Je scrolt, je kijkt, je lacht. Maar soms blijf je stil. Omdat je ziet hoe mensen elkaar online kapotmaken. Privézaken worden zonder schaamte gedeeld. Ruzies, vernederingen, zelfs slaapkamergeheimen vliegen over het scherm. En wij? We kijken toe. Of erger: we delen mee.
Neem een relatie die stukloopt. Twee mensen die ooit alles deelden in vertrouwen. Na de breuk wordt social media een wraakplatform. De één gooit intieme details online. De ander reageert. Binnen no-time is hun privéleven openbaar vermaak. Dan springen buitenstaanders erop — met meningen alsof ze erbij waren. Ze gooien olie op het vuur in plaats van het te doven. Niemand zegt: “Stop, dit is te ver.” We klikken op delen alsof het amusement is.
Maar wat zegt dit over ons? Zijn we zo ver gezakt dat we plezier halen uit andermans pijn? Waar is onze menselijkheid gebleven? Waar ligt onze grens?
Social media had een plek van verbinding moeten zijn. Een ruimte om elkaar op te bouwen. In plaats daarvan maken we er een digitale arena van waar we applaudisseren voor vernedering.
Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om levens kapot te maken. Elke like, elke share van haat maakt ons medeplichtig.
We hoeven geen grote helden te zijn. Maar we kunnen wél stoppen met delen wat schaadt. We kunnen de moed hebben om te zeggen: “Verwijder dit.” We kunnen kiezen voor waardigheid boven sensatie.
Want uiteindelijk zegt niet wát we posten het meest over wie we zijn — maar wat we bewust níet delen.
Kies voor menselijkheid. Ook achter een scherm.
Preani Koendjbiharie