Een paar burgers deden vrijdag in Dagblad Suriname hun beklag over het verbranden van afval op bermen en in tuinen.
Zo verbrandde een bewoner afgelopen weekend op nog geen vier meter naast zijn houten woning in Wanica een grote stapel afval. Buurtbewoners kunnen niet begrijpen dat mensen dit soort grote risico’s nemen. Ze kaarten een serieus en al decennia lang bestaand probleem aan, waar niemand een oplossing voor schijnt te weten.
Maar, het schijnt te horen bij het dagelijks leven van vele Surinamers: het verbranden van het eigen huishoudelijk afval. Iedereen weet dat het verboden is, maar er wordt niet tot nauwelijks tegen opgetreden. In vele buurten en wijken van Paramaribo is dagelijks de lucht van brandend afval te ruiken en zijn rookpluimen en vuur te zien. Maar, niemand in Suriname staat stil bij de niet te onderschatten risicoās voor de volksgezondheid bij het verbranden van afval, ook de overheid niet.
Niemand maakt zich zorgen: dioxine en zware metalen in rook
Schokkend is het te moeten constateren dat werkelijk niemand in Suriname zich zorgen schijnt te maken over de risicoās die verbonden zijn aan het dagelijks afval verbranden voor de eigen gezondheid. Niet de gewone Surinamer, maar ook de overheid niet.
Alles wordt verbrand: van allerlei verpakkingsmaterialen, tot plastic stoeltjes, kunststoffen autovelgen, lege spuitbussen insecticiden, petflessen, etensresten en blikjes. Overigens kunnen lege spuitbussen ook nog eens in het vuur tot ontploffing komen, met alle risicoās vandien.
Wanneer je in een straat woont waar dagelijks iemand zijn afval in brand steekt, dan kun je dagelijks ongewild rook en dus ook allerlei giftige stoffen binnen krijgen. Bij het verbranden van afval komen veel giftige stoffen vrij, waaronder het kanker bevorderende dioxine. Dioxine is een verzamelnaam voor een grote groep chemische verbindingen, waaronder een aantal zeer giftige. Bij onder andere de productie van chloorhoudende bestrijdingsmiddelen en bij de verbranding van chloorhoudende stoffen – zoals het plastic PVC ā komt dioxine vrij.
Je hoeft geen deskundige te zijn om te weten dat huishoudelijk afval vaak chloor bevat: etensresten met keukenzout (natriumchloride), verpakkingen van PVC en producten als chloorbleekmiddel. Naast dioxine komen ook andere schadelijke stoffen vrij, zoals bepaalde koolwaterstoffen en zware metalen. Zware metalen zoals lood, cadmium, chroom, arseen en kwik komen vrij bij het verbranden van bijvoorbeeld kranten, reclamefolders of behandeld hout. Ze brengen een zeer breed scala aan schadelijke gezondheidseffecten met zich mee.
Het zijn vooral gevoelige groepen in de samenleving, zoals zwangere vrouwen, ouderen, kinderen en longpatiĆ«nten, die de grootste gezondheidsrisicoās lopen.
Ook as is schadelijk
Ook het overblijvende as na het verbranden van afval bevat nog veel schadelijke stoffen en kan een risico zijn voor de gezondheid wanneer men ermee in aanraking komt. Het is dan ook onverstandig wanneer kleine kinderen spelen op grond waar afval is verbrand.
Wie in de nabijheid woont van brandend afval, kan in Suriname niet aan de vrijkomende rook ontkomen. Hoe gering wellicht de hoeveelheid giftige stoffen in rook is die men in het lichaam krijgt, wanneer men er bijna dagelijks in meer of mindere mate aan wordt blootgesteld, zou dat gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid.
Stuitende gemakzucht
Het is stuitend te moeten constateren dat er mensen zijn die stellen niets te maken te hebben met jammerende omwonenden die last hebben van de rook en vuur vonken bij het verbranden van hun troep/ Die omwonenden worden gedwongen om hun deuren en ramen te sluiten, en dan nog kunnen ze last ondervinden van onder andere prikkende ogen en hoofdpijn door de rook. De gemakzucht van bewoners die hun afval verbranden – het zijn feitelijk criminelen die de wet overtreden – is ook stuitend. Zijn ze te lui om al hun troep gewoon in vuilniszakken te doen?
āAlsof er geen vuiltje aan de lucht isā
Er moet een mentaliteitsverandering bij bewoners komen die het verbranden van hun afval als de gewoonste zaak van de wereld beschouwen, āalsof er geen vuiltje aan de lucht isā.
PK