Zes weken. Zó lang mocht districtscommissaris (dc) Kenya Pansa het beheer van Paramaribo-Zuid ‘tijdelijk’ optreden en dc Wennys Vijfhoven inwerken. Een opmerkelijke termijn voor een functie waarin continuïteit, gezag en beleid essentieel zijn. En zij is niet de enige die het veld ruimt. Ook in andere districten verdwijnen de ‘tijdelijke’ dc’s uit beeld, vaak even stilletjes als ze gekomen zijn. De boodschap tussen de regels: de tijd van experimenteren met onervaren bestuurders lijkt voorbij.
Reeks dc’s
In augustus verdedigde de regering het aanstellen van een reeks nieuwe dc’s zonder bestuurlijke achtergrond met het argument dat ze zouden worden “begeleid en getraind” door ervaren voorgangers. Dat klonk nobel, maar in de praktijk is het experiment uitgegroeid tot een bestuurlijke stoelendans.
Oud-dc’s als Remi Tarnadi, Jerry Miranda en Joanna Aroepa werden ingezet als mentoren, met de belofte dat het slechts om twee tot drie maanden begeleiding zou gaan. Nu blijkt dat de meeste ‘leerlingen’ niet doorstoten, maar juist plaatsmaken.
Het roept de vraag op: wie had ooit gedacht dat het districtscommissariaat, een pijler van lokaal bestuur, gedegradeerd zou worden tot een trainingsveld? Een dc is geen stagiair. Het is de hoogste vertegenwoordiger van de regering in een district, belast met handhaving, coördinatie en crisisbeheersing. Het publiek heeft recht op bekwame, gezaghebbende leiding, niet op een reeks proefprojecten.
Verantwoordelijkheid
De politieke verantwoordelijkheid is onmiskenbaar. De recente overdracht toont aan dat er bij de benoemingen meer politiek opportunisme dan bestuurlijke logica speelde. De keuze voor personen zonder ervaring, gevolgd door hun korte aanblijven en geruisloze vertrek, wijst op een regering die eerder experimenteert dan structureert. Het is een dure les voor een land dat stabiliteit en professionaliteit hard nodig heeft in het lokaal bestuur.
Met het aantreden van dc Wennys Vijfhoven krijgt Paramaribo-Zuid eindelijk een districtscommissaris met een iets steviger fundament. Maar het vertrouwen van de gemeenschap, dat herhaaldelijk op de proef is gesteld, zal niet zomaar worden hersteld. De vraag blijft: wie bestuurt het land, en wie wordt er slechts even op de stoel gezet?
Eén ding is duidelijk — de districten zijn geen politieke oefenruimte. Ze verdienen serieuze bestuurders, niet tijdelijke invallers die na zes weken weer verdwijnen.