Gaddafi Files – Deel 1
Uit de 3.000 e-mails die eind december 2015 werden vrijgegeven van Hillary Clinton’s privéserver, bleek ongeveer een derde afkomstig van haar vertrouweling Sidney Blumenthal. Eén van die e-mails, gedateerd 2 april 2011, onthulde een explosieve motivatie achter de NAVO-interventie in Libië.
In de mail stond:
“Het regime van Gaddafi bezit meer dan 143 ton goud en een vergelijkbare hoeveelheid zilver… Deze voorraden waren verzameld vóór de opstand en bedoeld om een pan-Afrikaanse munt te creëren, gebaseerd op de Libische gouden dinar. Dit plan moest de Franstalige Afrikaanse landen een alternatief bieden voor de Franse frank (CFA).”
De gedeclassificeerde bron voegde eraan toe dat Franse inlichtingendiensten dit plan kort na het uitbreken van de opstand ontdekten. De waarde van het goud en zilver werd geschat op meer dan zeven miljard dollar. Dit, zo luidde de mail, was een belangrijke reden waarom de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy besloot tot militaire actie tegen Libië.
De e-mail somde vijf motieven van Sarkozy op:
- Meer toegang tot de Libische olieproductie.
- Versterking van de Franse invloed in Noord-Afrika.
- Verbetering van zijn binnenlandse politieke positie.
- De Franse strijdkrachten een kans geven om hun internationale rol te herbevestigen.
- De dreiging tegengaan dat Gaddafi Frankrijk zou vervangen als dominante macht in Franstalig Afrika.
Opvallend was wat niet werd genoemd: humanitaire overwegingen. De e-mails suggereren dat de aanval op Libië niet werd gedreven door bescherming van burgers, maar door een strijd om olie, macht, en de controle over de toekomst van Afrika.
Het plan van Gaddafi om een gemeenschappelijke Afrikaanse munt te baseren op goud zou een directe bedreiging vormen voor het westerse monetaire systeem en het Franse economische overwicht in Afrika. De val van Gaddafi betekende niet alleen het einde van een regime, maar ook van een droom: een Verenigde Staten van Afrika, vrij van neokoloniale invloeden.