Voornemen tot gratie voor 8 december veroordeelden
Er dreigt maatschappelijke onrust in Suriname nadat bekend is geworden dat een gratieverzoek is ingediend voor de veroordeelden in het 8-decemberstrafproces. Advocaat Irvin Kanhai bevestigde dat het verzoek op 17 september 2025 is ingediend. Aansluitend daarop verklaarde president Jennifer Simons het gratieverzoek nog niet te hebben ontvangen.
Het gaat om een gratieverzoek voor de vier veroordeelden: Stephanus Dendoe, Ernst Gefferie, Benny Brondenstein en Iwan Dijksteel, die in december 2023 allen veroordeeld zijn tot 15 jaar celstraf. De veroordeelde Iwan Dijksteel is momenteel voortvluchtig. De hoofdverdachte in dit proces, ex-president Bouterse, is in december 2024 overleden.
Deze kwestie is gevoelig en brengt vragen naar voren over de procedure, de bevoegdheden van de president en de transparantie rond gratieverlening. De samenleving heeft recht op transparantie over de procedure.
Gratie is een presidentieel voorrecht waarbij de straf van een veroordeelde geheel of gedeeltelijk kan worden kwijtgescholden of verminderd. De veroordeling zelf blijft bestaan; het gaat alleen om de uitvoering van de straf. Gratie wordt verleend op basis van Artikel 109 van de Grondwet van de Republiek Suriname.
Artikel 109 van de Grondwet luidt als volgt: “De President heeft het recht van gratie van straffen die door rechterlijk vonnis zijn opgelegd. Hij oefent het recht uit na het advies te hebben ingewonnen van de rechter, die het vonnis heeft gewezen.”
De procedure voor het indienen en behandelen van een gratieverzoek verloopt in verschillende stappen:
1. Verzoek tot gratie wordt ingediend door de veroordeelde (n) of diens advocaat bij het Kabinet van de President.
2. De president moet advies vragen aan de rechter die het vonnis heeft uitgesproken.
3. De president beoordeelt het verzoek, eventueel in overleg met het Ministerie van Justitie en Politie.
4. De president kan het verzoek afwijzen, gedeeltelijk of volledig goedkeuren.
5. De beslissing wordt officieel bekendgemaakt via het Staatsblad van de Republiek Suriname of het Kabinet.
6. Bij toewijzing stopt of vermindert de strafuitvoering, maar de veroordeling blijft juridisch gelden. Dat betekent dat de strafbaarheid van het feit noch die van de dader worden teniet gedaan door gratie verlening.
Behalve artikel 109 van de Grondwet bevat het Wetboek van Strafvordering bepalingen over de termijn en opschorting van de strafuitvoering tijdens behandeling van een gratieverzoek. De wet schrijft uitdrukkelijk voor dat er zonder rechterlijk advies geen gratie mag worden verleend. Dit waarborgt checks and balances tussen de uitvoerende en rechterlijke macht.
Gratieverlening is in Suriname eerder onderwerp van maatschappelijk debat geweest. In 2011 verleende president Desi Bouterse gratie aan zijn pleegzoon Romano Meriba. Deze beslissing leidde destijds tot felle kritiek, vooral omdat er twijfel bestond over de naleving van de wettelijke adviesprocedure. Het huidige verzoek rond de 8-decembermoorden wordt eveneens als politiek gevoelig beschouwd.
De 8-decembermoorden vonden plaats op 8 december 1982 en vormen een diep litteken in de Surinaamse geschiedenis. Na een lang proces volgden in 2023 definitieve veroordelingen. Een gratieverzoek voor de veroordeelden, waaronder de inmiddels overleden oud-president Desi Bouterse, ligt nu bij het Kabinet van President Geerlings – Simons.
De bevoegdheid voor de verlening van gratie is verder begrensd door Internationale Mensenrechtenverdragen en Internationale Jurisprudentie waarbij erop gewezen wordt dat Staten geen gratie mogen verlenen bij ernstige mensenrechten schendingen, zoals moord, slavernij, marteling, genocide, seksueel geweld en uitroeiing.
De misdrijven van het decemberproces, gepleegd door militaire autoriteiten in Suriname, lijken te vallen binnen de definitie van misdrijven tegen de menselijkheid.
De Stichting 8 December 1982 en verschillende maatschappelijke organisaties hebben zich fel uitgesproken tegen eventuele gratieverlening. De uitkomst zal een toetssteen zijn voor toekomstig vertrouwen en geloofwaardigheid in de rechtsstaat Suriname.