Het bezoek van 22 buitenlandse regeringsleiders voor 50 jaar Surinaamse onafhankelijkheid is een historisch moment dat vraagt om zorgvuldigheid, protocol en vooral transparantie. Diplomatie kent zijn prijs, maar nationale waardigheid vraagt om organisatie met verstand en maat.
Bij staatsbezoeken gelden vaste protocollen: de president is officieel gastheer en ontvangt de delegaties volgens diplomatieke rangorde. Elk bezoek vereist beveiliging, transport, tolkdiensten, protocollaire logies en culturele ontvangsten. Daarnaast worden staatsbanketten, erewachten, vlagceremonies en geschenken volgens internationaal gebruik geregeld. Suriname moet hierbij de richtlijnen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het Protocolbureau en internationale conventies volgen, zoals het Vienna Convention on Diplomatic Relations (1961).
De kosten kunnen snel oplopen — logies in topklasse hotels, beveiliging, logistiek en representatiekosten voor 22 delegaties kunnen miljoenen srd’s gaan kosten
Dat is gerechtvaardigd als er duidelijke economische, diplomatieke of toeristische baten tegenover staan.
Toch moet de regering beseffen: prestige mag geen vrijbrief zijn voor verspilling. Transparantie over uitgaven, sponsorbijdragen en verwachte opbrengsten is essentieel. Een feest dat onafhankelijkheid viert, hoort niet de schijn van afhankelijkheid of verkwisting te wekken.