Vicepresident Gregory Rusland zegt dat de regering “voorzichtig” de mogelijkheden aan het bekijken is voor een het aangaan van een lening om zodoende tijdelijk financiële ruimte te scheppen zodat in elk geval tot 2028 de minimale investeringen voor de samenleving gepleegd kunnen worden.
Momenteel is er grote financiële druk op de samenleving. Vanaf 2026 moet de overheid beginnen met rente- en schuldaflossingen van met name de zogeheten Oppenhuimer leningen. Daarnaast moet de overheid het komend dienstjaar een uitgave doen van ruim SRD 7 miljard aan achterstallige betalingen van reςue’s. De salarissen dienen normaal uitbetaald te worden en de sociale achterstanden moeten worden ingelopen.
Er blijft volgens vicepresident Rusland weinig ruimte over om zaken te doen voor de samenleving die te maken hebben met de ontwikkeling, zoals minimale investeringen in de gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur en veiligheid.
Uit de voorzichtige woorden van de vicepreisdent valt duidelijk te halen, dat momenteel voor de regering de grootste uitdaging is om de periode vanaf nu tot 2028 financieel te kunnen overbruggen, waarbij de minimale investeringen gepleegd kunnen worden in de ontwikkeling van de samenleving.
Verplichtingen Oppenheimer lening
“Het zou prachtig zijn als we een lening zouden krijgen om Oppenheimer eindelijk te kunnen betalen en af te zijn van de grote verantwoordelijkheden”, aldus de vicepresident. Als dat bewerkstelligd kan worden, komt er financiële rust in de komende drie jaar. Er zal dan financiële ruimte voor de regering ontstaan om de brandende kwestie in de samenleving aan te kunnen, in elk geval tot 2028. In 2028 verwacht de Staat de eerste dollar-inkomsten binnen te krijgen uit de offshore olieproductie.
Voor de regering is het heel belangrijk om op dit moment geen leningen te nemen om die “a la dol” in de sociale sfeer te stoppen. “Dat gaan we niet doen”, zegt de vicepresident nadrukkelijk. Het gaat erom om de periode tot 2028 te kunnen overbruggen.
De Nationale Assemblee heeft eerder deze week de wijziging van de Wet op de Staatsschuld goedgekeurd die erin voorziet in de mogelijkheid voor de regering om tot eind 2027 met overschrijding van het wettelijk vastgestelde obligoplafond nieuwe schuldverplichtingen. De geldende wettelijke norm voor de totale schuld-bbp ratio bedraagt 60 procent (obligoplafond) Het obligoplafond als bedoeld in de Wet op de Staatsschuld is al ruim overschreden en ligt momenteel rond de 94 procent. De voorziening in de gewijzigde wet om met overschrijding van het obligoplafond nieuwe schuldverplichtingen aan te gaan, geldt echter voor een beperkte tijd, tot en met 31 december 2027. Volgens de wet heeft de regering tot 2036 de tijd om het schuldniveau van de Staat terug te brengen naar de wettelijke norm van 60 procent.
Schuldenlast drukt zwaar
Minister Adelien Wijnerman van Financiën en Planning heeft recentelijk tijdens de begrotingsdebatten in het parlement aangegeven dat de totale staatsschuld per ultimo juni 2025 USD 3,7 miljard bedroeg, hetgeen neerkomt op ruim SRD 1,4 miljard. Per juli 2020 bedroeg de schuld USD 3,9 miljard.
De Financiën-minister legde uit dat vόόr de schuldherschikking de totale schuldverplichtingen voor de periode 2022 -2026 circa USD 2,7 miljard bedroegen. Na de schuldherschikking is dit bedrag afgeslankt naar circa USD 1,6 miljard. De schuldenlastbetalingen in die periode (2022-2026) liggen tussen USD 200 miljoen en USD 400 miljoen per jaar.
In 2027 is er een piek naar ongeveer USD 500 miljoen, omdat dan de aflossing van de hoofdsom van de Eurobond (Oppenheimer lening) begint. De aflossingen voor de periode 2027 tot en met 2034 zullen liggen tussen de USD 500 miljoen en USD 200 miljoen per jaar.
In 2024 bereikte de totale schuldaflossing, exclusief achterstanden bij leveranciers (suppliers debt) een piek van circa USD 400 miljoen, terwijl de afhandeling van de achterstallige betalingen ongeveer 200 miljoen bedroeg.
Cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld geven aan dat de schuldenlast betalingen exclusief suppliers debt in 2025 en 2026 begroot zijn op respectievelijk circa USD 449,4 miljoen en circa USD 423,9 miljoen. Tussen 2027 en 2033 neemt de druk op de schuldenlast toe, omdat in deze periode de aflossingen van de Eurobond van circa USD 110,6 miljoen op jaarbasis plaatsvindt. Volgens het aflossingschema zal de Eurobond in 2033 volledig zijn afgelost.