Multireligieuze inwijding DNA-lid roept vragen op

Bij zijn toelating als lid van De Nationale Assemblee koos voormalig president Chan Santokhi voor een plechtige inwijding door twee geestelijken: een hindoe-pandit en een christelijke voorganger. In een samenleving als de onze, waar religie vaak wordt verbonden aan belangrijke mijlpalen, is dat niet ongewoon. Het inschakelen van een geestelijke brengt zegen, bezinning en een gevoel van morele legitimiteit mee. Het toont ook respect voor de spirituele waarden van het volk.

In Suriname, waar verschillende religies naast elkaar bestaan, is het gebruikelijk dat meer dan één geloofstraditie betrokken kan worden bij officiële momenten. Dat Santokhi voor een hindoe en een christen koos, sluit aan bij zijn eigen achtergrond en de brede oriëntatie van de samenleving.

Wat echter opvalt, is dat er géén islamitische geestelijke aanwezig was, terwijl de islam de derde grootste religie in het land vertegenwoordigt. Of dit een bewuste keuze was, of dat er geen behoefte aan werd gevoeld, blijft onduidelijk. Interessant genoeg laat Santokhi zich binnen zijn partij, de VHP, wél vergezellen door geestelijken tijdens partijgebedsdiensten, waar soms ook moslimleiders aanwezig zijn.

De keuze van vandaag roept daarom vragen op: Was het puur symbolisch, of een gemiste kans om de multireligieuze rijkdom van Suriname nog sterker te benadrukken?

error: Kopiëren mag niet!