DNA als cabaretzaal: Bronto serveert wrok met een glimlach

De frustratie van Bronto Somohardjo is als een slecht gerookte sigaar: ze blijft hangen, stinkt, en je krijgt hem maar niet uitgeblazen. Ooit minister van Binnenlandse Zaken, nu teruggezet naar de houten banken van De Nationale AssemblĂ©e, waar geen volgauto’s meer ronken en geen protocolmedewerkers zijn om zijn koffiekopje aan te reiken. 

Het parlement noemt hij met droge stem “geen presidentieel paradijs”. Vrij vertaald: hier moet je zélf je stoel aanschuiven.

Zijn tirade richting Chan Santokhi klonk als een mix van afgunst en cabaret. “Geen applausmachines meer, Chan, hier wordt om je gelachen als je écht grappig bent!” Een steek onder water, want Bronto weet maar al te goed hoe het voelt om ineens niet meer de clown maar de verdachte te zijn. Het CLAD-rapport (Centrale Landsaccountantsdienst) hangt als een zwaard boven zijn hoofd en de procureur-generaal kijkt gretig mee.

Dat hij Santokhi en Brunswijk verantwoordelijk houdt voor zijn politieke val, maakt de soap compleet. De ironie: hij zit nu weer schouder aan schouder met Brunswijk in de coalitie, alsof niets gebeurd is.

Het publiek kijkt mee, popcorn in de hand. In DNA wordt politiek immers steeds meer een theatershow – alleen zonder regisseur, maar met veel rancune.

error: Kopiëren mag niet!