De Surinaamse politiek toont zich opnieuw als een jo-jo, waarbij rollen en machtsposities voortdurend wisselen. Chan Santokhi, voorzitter van de VHP en ex-president, moest onlangs zijn eedaflegging als lid van De Nationale Assemblée doen onder leiding van Ashwin Adhin, de huidige Assembleevoorzitter. Ironisch genoeg is Adhin dezelfde man die tijdens Santokhi’s presidentschap werd vervolgd wegens corruptie, specifiek voor misbruik van staatsmiddelen, verduistering en onrechtmatige bestedingen van overheidsgelden.
Adhin doorstond destijds een pijnlijk proces van publieke vernedering. Toch sprak de rechter hem uiteindelijk vrij van alle beschuldigingen. Voor Santokhi moet dat een bittere pil zijn: de man die hij juridisch naar de gevangenis wilde sturen, bekleedt nu een topfunctie en ontving hem formeel in het parlement.
Volgens politiek analisten weerspiegelt dit voorval de fragiele dynamiek van de Surinaamse democratie. “Het onderstreept hoe dun de scheidslijn is tussen macht en machteloosheid.
In Suriname zie je dat vijanden van gisteren vandaag weer partners in het staatsbestel zijn. Het vergroot het wantrouwen bij burgers, die dit ervaren als een elite-spel waar de gewone man weinig van begrijpt”, aldus een politiek analist.