Verkeerde kaarten en vergeten strijd: de kwestie Tigri en Suriname

Velen klagen erover dat op internationale landkaarten steeds weer de verkeerde weergave van Suriname verschijnt. Vaak wordt het betwiste Tigri-gebied (ook bekend als het zuidwestelijke grensgebied) simpelweg als Guyanees grondgebied ingekleurd. Ongelijk hebben deze critici niet: de historische realiteit en de juridische basis zijn anders. Toch blijkt de situatie complexer dan een lijn op papier.

Suriname voert sinds de bezetting in de jaren zestig nauwelijks zichtbare beheersdaden uit in Tigri. Ook het Nationaal Leger heeft geen verkenningsmissies of militaire aanwezigheid ontwikkeld in het gebied. Politiek wordt dit dossier vaak vooruitgeschoven, waardoor de feitelijke situatie steeds meer in het voordeel van Guyana uitvalt. Hoe langer Guyana ter plaatse actief blijft, des te sterker zal de internationale gemeenschap geneigd zijn hun claim te accepteren. Dat blijkt uit de meeste internationale kaarten, waar Suriname weinig invloed op heeft.

Een extra pijnpunt is dat Nederland, als toenmalige koloniale macht, tijdens de onafhankelijkheid in 1975 geen effectieve stappen heeft ondernomen om de kwestie te regelen. Suriname stond toen nog formeel onder Nederlands gezag. Die historische nalatigheid weegt tot vandaag door.

Daarbovenop verloor Suriname in een eerder maritiem geschil bij UNCLOS een deel van haar zeegebieden aan Guyana. Juist in dat toegekende deel heeft Guyana later grote olievelden ontdekt. Dat maakt de kwestie niet alleen een principe-, maar ook een economisch probleem.

De Surinaamse frustratie over kaarten en internationale perceptie is begrijpelijk. Tegelijkertijd toont de realiteit dat internationale erkenning vaak volgt uit feitelijk beheer en aanwezigheid. Zonder structureel beleid of aanwezigheid blijft Suriname achter de feiten aanlopen. Het debat over Tigri is daarmee niet alleen een kwestie van historische rechtvaardigheid, maar ook van geopolitieke strategie en daadkracht.  

error: Kopiëren mag niet!