De opmars van Chinese automerken in Suriname

Een menselijke blik op prijs, prestige en toekomst

Wie door Paramaribo of Nickerie rijdt, kan het niet missen: steeds meer auto’s dragen een Chinees logo. Van compacte sedans tot glimmende SUV’s – merken als Chery, Geely, Great Wall en BYD winnen terrein. 

Hun grootste troef? De prijs. Waar Japanse of Europese wagens vaak onbereikbaar zijn voor de gemiddelde Surinaamse koper, bieden Chinese modellen een instap die honderden, soms duizenden dollars lager ligt. Voor velen is het simpel: beter vandaag een betaalbare nieuwe wagen dan morgen blijven worstelen met een dure tweedehands.

Maar onder die laag van succes sluimert onzekerheid. China telt meer dan 100 automerken, vaak opgeblazen door staatsubsidies en goedkope leningen. Dat klinkt als een gouden kans voor de consument, maar volgens BYD – inmiddels de grootste producent van elektrische voertuigen ter wereld – is het een bubbel die moet barsten. Vicepresident Stella Li zei het onomwonden tijdens een grote autoshow in München: “Ongeveer honderd merken moeten verdwijnen.” Haar boodschap: de markt is overvol, de prijskrieg is onhoudbaar, en slechts een handvol merken zal de komende tien jaar overleven.

Voor Suriname betekent dit een dubbel verhaal. Aan de ene kant profiteren burgers van lage prijzen en meer keuze dan ooit. Aan de andere kant schuilt er gevaar. Wat als merken verdwijnen en onderdelen schaars worden? Wat als de after-sales service instort? Een auto is geen wegwerpproduct – het is een investering in mobiliteit, veiligheid en levensonderhoud.

De vergelijking met de elektronicamarkt dringt zich op: denk aan de talloze smartphone-merken die ooit opdoken en even snel weer verdwenen. Slechts enkele reuzen bleven over. Zo zou het ook met Chinese automerken kunnen gaan. Uit de huidige 129 EV-fabrikanten in China zullen er volgens analisten misschien maar 15 overleven, die samen driekwart van de markt zullen domineren.

error: Kopiëren mag niet!