Suriname tussen Washington en Beijing: moeilijke keuzes met hoge inzet

Suriname bevindt zich op een geopolitiek kruispunt. Enerzijds is er de nabijheid van de Verenigde Staten, een Engelstalige grootmacht in onze regio. Anderzijds loert China, een verre partner zonder diepgewortelde culturele of taalkundige traditie in ons land – afgezien van de keuken. Toch heeft geen enkele Surinaamse regering ooit de stap durven zetten naar een vergaand bondgenootschap met Washington.

De reden is complex. Sinds de jaren negentig dringt de VS bij Caribische landen aan op de zogenoemde Shiprider-overeenkomst: een verdrag dat de Amerikaanse kustwacht toestaat in samenwerking met lokale autoriteiten schepen te onderscheppen in de strijd tegen drugs- en mensenhandel. Voor de wereld een voordeel, maar voor Suriname economisch explosief. 

Al vier decennia vloeien er illegale geldstromen het land binnen die, hoe pijnlijk ook, een deel van onze economie draaiende houden. Het wegvallen daarvan zou funest kunnen zijn.

Daarom kiezen opeenvolgende regeringen vaak voor “mondelinge bestrijding”, maar in de praktijk een wankel evenwicht. De cijfers zijn duidelijk: Suriname geeft structureel meer uit dan het legaal verdient.

Internationaal expert

De Caribisch-Amerikaanse veiligheidsspecialist dr. Michael Green benadrukt:

“De Shiprider-overeenkomst kan Suriname helpen om internationaal respect en steun te krijgen, vooral in de strijd tegen transnationale criminaliteit. Maar voor een land dat al decennia afhankelijk is van informele geldstromen, betekent dit een harde economische schok. Uiteindelijk zal Suriname moeten kiezen: blijven balanceren of duidelijke bondgenootschappen aangaan. De VS heeft het voordeel van nabijheid en gedeelde veiligheid, terwijl China meer economisch kapitaal biedt maar weinig regionale wortels.”

Voorlopig blijft de vraag open: kiest Suriname voor strategische zekerheid met de VS of voor economische investeringen uit China?

error: Kopiëren mag niet!