Nepotisme is de doodsteek voor Su.

Een land regeren is geen gemakkelijke klus. Velen weten niet hoe het moet en  onderschatten deze klus. Een land regeren is een enorm complexe taak  die een breed scala aan uitdagingen met zich meebrengt, waaronder economische, politieke en sociale problemen, en het vereist voortdurende besluitvorming in een constant veranderende omgeving. Niet iedereen is hier geschikt voor. Suriname heeft keer op keer hiervoor de ogen gesloten bij de keuze van een president. De mensen die aasden op deze functie hebben alleen maar geroepen ‘ik wil president worden’, maar niet hun bagage geïnspecteerd. 

De gang van zaken is altijd geweest, de politieke partij met de meeste stemmen schuift een president naar voren. Men neemt niet de moeite om te kijken of die persoon wel de skills voor deze taak heeft. Het is zelfs twee keer voorgekomen dat men, zonder zich te schamen, een crimineel tot president en vice heeft benoemd. En als die persoon eenmaal in het zadel zit, wordt het van kwaad tot erger omdat men dan met de functies gaat strooien naar vrienden en familie, alsof het snoepjes zijn. Er wordt niet gekeken of die persoon de deskundigheid en de juiste papieren bezit. 

De mensen worden benoemd puur op grond van vriendjespolitiek. Voor het land heeft dat altijd betekent stilstaan en geen ontwikkeling. Nepotisme, is het bevoordelen van familieleden, vrienden of kennissen boven andere, meer gekwalificeerde personen. Het is een vorm van corruptie  die kan leiden tot ongelijke behandeling, een negatieve werksfeer, en minder prestaties. Het creëert een sfeer van oneerlijkheid, frustratie en een laag moreel onder werknemers. Het kan leiden tot dominant gedrag, reputatieschade en ook het verlies van vertrouwen. Vriendjespolitiek kan ook een verdeel-en-heers-principe creëren, waarbij bepaalde werknemers worden bevoordeeld in ruil voor loyaliteit. 

Het begint vaak met het bevoordelen van vrienden of familieleden, maar kan snel escaleren naar corruptie en grootschalige fraude. De wortels kunnen heel diep gaan. 

Een president moet een behoorlijke bagage hebben. Hij moet zich volgens protocollen kunnen gedragen en daar ontbreekt het velen aan (Brunswijk).

Hij moet met leiders van andere landen kunnen spreken, hij moet de intelligentie hebben om iets te begrijpen van de economie. Het beheren van de economie van een land omvat het omgaan met inflatie, werkloosheid, begrotingstekorten en het stimuleren van economische groei. Hij moet kunnen omgaan met politieke instabiliteit. Regeringen worden namelijk  geconfronteerd met politieke conflicten, oppositie, corruptie en de noodzaak om consensus te bereiken over beleid. 

Dan zijn er nog de maatschappelijke problemen. Het aanpakken van armoede, ongelijke toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, en andere sociale problemen vereist effectief beleid en middelen. De regering Santokhi werd plotseling geconfronteerd met Covid. Ook internationale betrekkingen zitten in het presidenten pakket. Het onderhouden van diplomatieke relaties, het navigeren door internationale conflicten en het aangaan van handelsovereenkomsten zijn cruciale aspecten van internationale politiek. Ook het handhaven van de nationale veiligheid en binnenlandse orde tegenover dreigingen zoals criminaliteit, terrorisme en natuurrampen is een constante zorg. Regeringen moeten zich ook snel kunnen aanpassen aan snel veranderende technologische ontwikkelingen, milieuveranderingen en globalisering, wat nieuwe uitdagingen en kansen met zich meebrengt. Kortom de man of vrouw die de functie van president wil vervullen moet heel veel in zijn bagage hebben. 

Santokhi heeft het verstandig aangepakt. Hij wist dat hij niet van alle markten thuis was en die klus niet in zijn uppie zou kunnen klaren, dus heeft hij op elke post deskundigheid gezet. Dat was de kracht in zijn beleid.                                              

Het is jammer dat hij zich ook heeft schuldig gemaakt aan vriendjespolitiek. Dat heeft gemaakt dat het volk zijn krachtige beleid niet zag en alleen gefocust was op die ene fout van nepotisme..

De huidige regering maakt de zaak nog erger. Naast ondeskundigheid en vriendjespolitiek wordt men slechts gedreven door wraak. Men kijkt en ziet al het goede werk dat is verricht en toch kan er geen compliment van af. Er wordt zoveel energie gestopt in schelden, discrimineren en wraakscenario’s opzetten. 

Men kijkt en ziet geen Suriname en houdt zich daarom niet bezig met de ontwikkeling van het land. Elk vindt zijn ego belangrijker. Bijvoorbeeld de minister van BIBIS is niet deskundig op dat gebied en drijft daarom op zijn ego en begaat de ene blunder na de andere. Er wordt niet samengewerkt. Men sluit bewust groepen uit. Zoals het er nu aan toegaat kan men niet spreken van regeren. 

Nepotisme zal nooit ontwikkeling brengen, maar iemands eigen inzet wel. Je bent namelijk niet wat je in de schoot is geworpen, je bent waar jezelf voor hebt gekozen te zijn. 

Dit land zal pas tot ontwikkeling komen als er een stop komt aan vriendjes en familie politiek. Degene die nepotisme in stand houdt zijn niet de mensen die ondeskundigheid benoemen, maar de mensen die weten dat ze die deskundigheid niet in huis hebben en toch de job accepteren. Voor deze mensen is het geld belangrijker dan hun zelfrespect. De ultieme maatstaf voor elk mens is niet dat je kan laten zien dat je een top baan bekleedt, maar  dat je via je werk respect krijgt. 

It is not the shoes you wear, but the steps you take that matter.

Josta Vaseur
D:\My Documents\download.jpg

error: Kopiëren mag niet!