Stap voor stap vooruit, maar met realisme

President Jennifer Geerlings-Simons schetst in haar recent gehouden toespraak een beeld van een land dat worstelt met grote problemen, maar tegelijk kleine stappen vooruit probeert te zetten. Ze wisselt luchtige observaties – zoals haar enthousiasme over de prestaties van het nationale voetbalelftal – af met zware dossiers die het dagelijks bestuur bepalen. Die balans maakt haar boodschap menselijk en toegankelijk, maar roept tegelijk vragen op over concrete resultaten.

Wat positief opvalt, is dat de president niet schuwt om de erfenis van wanorde te benoemen: verdwenen voertuigen, dubieuze gronduitgiftes, misstanden bij sociale programma’s en onregelmatigheden bij aanbestedingen. Ze erkent dat dit het werk ophoudt, maar benadrukt dat er onderzoek plaatsvindt en dat misbruik moet stoppen. Daarmee geeft ze het signaal dat er wel degelijk politieke wil is om schoon schip te maken.

Toch klinkt tussen de regels door dat de regering tijd tekortkomt. Drie jaar tot de olie-inkomsten een rol van betekenis spelen, is kort. Het IMF-programma heeft pijn veroorzaakt en de samenleving voelt die druk nog dagelijks. De president geeft eerlijk aan dat er geen “toverstaf” bestaat en dat samenwerking tussen overheid, private sector en samenleving noodzakelijk is.

Wat ontbreekt, is een duidelijke prioriteitenlijst. Veel thema’s passeren de revue – van luchtvaartveiligheid tot schooltassen, van afvalophaal tot landbouw en toerisme – maar de vraag blijft waar de focus werkelijk ligt. Zonder scherpe keuzes dreigt versnippering.

Al met al is de toon van de president hoopvol en verbindend. Ze legt nadruk op eerlijk bestuur, samenwerking en stap-voor-stap verbeteringen. Voor de samenleving is het nu zaak niet alleen te luisteren naar beloftes, maar de komende maanden ook te zien of woorden in daden worden omgezet. Dat blijft de ultieme toets voor dit presidentschap.

error: Kopiëren mag niet!