In bestuurlijke sprookjesboeken is een Chief of Staff iemand die netjes de agenda ordent, de telefoon opneemt en de president eraan herinnert dat ze om 10 uur ergens een lintje moet knippen. Zijn rol is adviserend, coördinerend en hooguit organisatorisch.
Maar, in het universum van president Jennifer Simons krijgt hij ineens de rol van opper-HR-manager, met de bevoegdheid om mensen te benoemen, te bevorderen en zelfs te ontslaan. Delegatie? Mandaat? Ach, slechts vervelende voetnoten in de Personeelswet die niemand leest… behalve dan de juristen, die meteen met rode pennen zwaaien.
Het besluit van de president was zo vaag opgeschreven dat zelfs Akiemboto zelf niet wist of hij nu Superman met een gouden vulpen was of gewoon bijrijder in de dienstauto.
Terwijl de president dacht een praktische oplossing te hebben bedacht, zagen bestuurskundigen vooral een juridisch mijnenveld. “Open uitnodiging voor chaos”, noemden zij het droogjes. Ambtenaren, ondertussen, vroegen zich af of hun nieuwe aanstelling binnenkort bij de rechter eindigt – een beetje alsof je promotie cadeau krijgt, maar de bon niet geldig blijkt.
Zo belandt Suriname’s personeelsbeleid in een bizarre parodie: een Chief of Staff die zich eventjes almachtig mag wanen, een president die zichzelf buitenspel zet, en een overheid die haar HR-afdeling vrolijk herdoopt tot: “Afdeling Improvisatie & Ongelukken.”
Als dit de nieuwe standaard is, kan de president net zo goed de chauffeur of de tuinman tekeningsbevoegdheid geven. Scheelt weer vergaderingen – en wetten zijn toch maar lastig drukwerk.