Enkele dagen geleden is een nieuwe batch dc’s benoemd. Alle politieke partijen die in het regeringsbestuur zitten, hebben de gelegenheid gehad om hun partijloyalisten te accommoderen met een goedbetaalde baan.
Het instituut van de districtscommissaris, eerder burgervader genoemd, is een overblijfsel uit de koloniale periode. Dc’s waren de vertegenwoordiging van de regering in vooral de verre (agrarische) districten. Ze hadden vergaande bevoegdheden zoals het toelaten van vreemdelingen in de grensdistricten. Ze hadden en hebben daarom ook vergaande politionele taken, alhoewel met de verschillende politiebureaus in de wijken, toch rekening wordt gehouden met de exclusieve bevoegdheden en de machtsmiddelen ter beschikking van de politie.
In 1863 werd de functie van districtscommissaris voor het eerst vastgesteld in het Reglement op het beheer der districten. In die tijd had een groot deel van het reglement betrekking op de gewapende burgerwacht. Daarnaast werden de bevoegdheden van de dc omschreven op bestuurlijk en politiek vlak. Sinds de eerste districtsindeling in 1863 werd gevormd, zijn de districten een administratief onderdeel gebleven van de centrale regering in Paramaribo. In 1943 veranderden de bevoegdheden en werd een nieuw reglement ingevoerd. In 1959 werd een volgende tekst afgekondigd waarin ook wijzigingen werden opgenomen die na 1943 waren aangebracht.
De rol van de dc’s is met het kleiner en bereikbaarder worden van Suriname gaan tanen, maar in de jaren ’80 heeft men het instituut willen transformeren in het kader van de decentralisatie van het bestuur.
Wijlen Bas Ahmadali, jurist en voormalig dc, maar ook beleidsmakers als wijlen Jules Wijdenbosch, zijn namen die moeten worden gememoreerd wanneer het gaat om het Surinaams idee en concept van het decentraliseren van het landsbestuur. Het behelst lokale wetgeving en autonome bestuurlijke, financiële en fiscale taken in de districten zelf. Het vereist een hoge mate van capaciteit en zelfbestuur waarvoor hoog ontwikkelde human resources bij de overheid en in de districten nodig zijn en die er nooit is geweest. Onder de districten zijn er die met behoorlijke economische activiteiten, een grote bijdrage aan het nationale BBP en soms ook met grote informele sectoren.
De bestuurlijke indeling van Suriname bestaat naast de landelijke overheid uit twee regionale bestuurslagen. Sinds de herindeling van 1985 zijn dit 10 districten en 62 ressorten. Paramaribo is naast de hoofdstad ook een zelfstandig district en is onderverdeeld in 12 stadsressorten. Gemiddeld heeft een ressort 8000 inwoners en een oppervlakte van 2600 km2. Er zijn beperkte uitvoerende bevoegdheden voor de districtsraden en ressortraden. Daarnaast hebben ze een signalerende functie naar de landelijke regering.
Een districtscommissaris (dc) is in Suriname een bestuursambtenaar en het administratieve hoofd van een district. De belangrijkste taak die de dc reglementair heeft, is de handhaving van de openbare orde en rust. Hij of zij ontvangt de richtlijnen van de minister bevoegd over de districten en/of decentralisatie. De dc staat aan het hoofd van een districtsraad. Tijdens verkiezingen in Suriname is de dc voorzitter van het hoofdstembureau van het district. Onder eindtoezicht van de procureur-generaal is de dc belast met de rechterlijke en administratieve politie en de verstrekking van vergunningen. Voor bezwaren ten aanzien van verleende vergunningen is de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk. Daarnaast initieert een dc projecten die het ter financiering voorlegt aan de minister van Binnenlandse Zaken. Een districtscommissaris wordt in informeel taalgebruik ook wel burgervader/ burgermoeder genoemd, maar dat stamt wel uit een tijd waarin de relatie politicus/regering en burger werd gezien als een relatie tussen vader en kind.
Een dc valt onder de begroting van het ministerie van Regionale Ontwikkeling. Hij heeft autonome bevoegdheden die hij moet uitvoeren op grond van de Surinaamse wetgeving en heeft de leiding over het districtscommissariaat. Als bestuursorgaan vertegenwoordigt hij alle ministeries in het district, maar daarvoor is er ook een districtsbestuur waarin vertegenwoordigers van alle ministeries zitten. Het effect is niet dat alle ministeries hun beleidsmaatregelen uitvoeren alsof ze in het district aanwezig zijn. Hij is hoofd van het stembureau, hulpofficier van justitie, ambtenaar van de burgerlijke stand, raadsvoorzitter en leidt het bestuur.
Hij wordt ook wel een burgervader genoemd, vanwege zijn rol om te waken over de belangen van de inwoners. Dit zou hij ongeacht politieke, religieuze en etnische geaardheid moeten doen.
Het instituut van de dc is in Suriname nooit doorgelicht en zijn er de afgelopen decennia ook geen aanpassingen geweest in het systeem. Decentralisatie van bestuur zal er niet echt van komen nu omdat de scholing van de bevolking relatief laag is. Echter hebben dc’s wel als ‘oog en oor’ van de centrale overheid een belangrijke functie en kunnen ze als partners een belangrijke rol spelen in bijvoorbeeld de naleving van de wetgeving in de districten en het uitvoeren van programma’s in deze districten.