President Jennifer Simons ontving deze week de Japanse ambassadeur Akima Umezawa. Aanleiding: 50 jaar diplomatie. Er werd gelachen, gefotografeerd en herinnerd. Maar geen enkel papier werd getekend. Geen nieuwe projecten aangekondigd. Geen harde belofte voor de toekomst.
Japan heeft Suriname eerder geholpen. In 2022 kwamen ambulances, defibrillators en röntgenapparaten. Waarde: ruim zeven ton in dollars. Daarmee werden negen ziekenhuizen versterkt. Dat is tastbaar.
Maar er hangt een schaduw boven de vriendschap. Suriname stemt in de Internationale Walvisvaartcommissie steevast mee met Japan. Tegen de wereldwijde trend in. Terwijl milieuorganisaties schreeuwen dat walvissen beschermd moeten worden, en landen wijzen op toerisme en biodiversiteit, kiest Paramaribo voor Tokio.

Japan zegt: het is traditie. In kustgebieden hoort walvisvlees bij de keuken. Het bord soep weegt zwaarder dan het wereldprotest.
Internationaal expert dr. Hiroshi Tanaka vat het samen: “Mooi jubileum, maar zonder concrete plannen blijft het bij symboliek. En de steun aan walvisjacht schaadt Suriname’s reputatie.”
50 jaar vriendschap. Maar de vraag blijft: wie wint hier werkelijk? Suriname, Japan, of toch de walvis?