President Irfaan Ali van Guyana heeft vol vertrouwen gesproken over zijn kansen op herverkiezing tijdens de algemene verkiezingen van gisteren, maandag 1 september. Ali, die sinds 2020 aan de macht is, wijst op de sterke economische groei en grootschalige investeringen die onder zijn leiding zijn gerealiseerd.
De verkiezingen van gisteren worden door analisten omschreven als de belangrijkste sinds de ontdekking van grote olievelden voor de kust. Guyana produceert inmiddels bijna een miljoen vaten olie per dag, waarmee het land is uitgegroeid tot een van de snelst groeiende economieën ter wereld.
Ali benadrukte dat de olierijkdom niet alleen in infrastructuur, huisvesting en sociale programma’s wordt geïnvesteerd, maar ook in het versterken van regionale samenwerking. Daarbij komt ook aan bod de nauwe band met Suriname. Beide landen werken aan gezamenlijke olie- en gasprojecten, en een langgekoesterde wens is de bouw van een brug over de Corantijnrivier die de handels- en personenstromen moet bevorderen.
De president wordt uitgedaagd door oppositieleider Aubrey Norton van de APNU/PNCR, die de regering verwijt te weinig te doen tegen corruptie en pleit voor heronderhandeling van het oliecontract met ExxonMobil.
Ook de nieuwe partij WIN van zakenman Azruddin Mohamed doet mee, maar die ligt internationaal onder vuur vanwege Amerikaanse sancties.
CARICOM heeft waarnemers gestuurd, waaronder vertegenwoordigers uit Suriname, om de verkiezingen in goede banen te leiden. Daarmee wordt het regionale belang van de Guyanese stembusgang nog eens onderstreept.
Voor president Ali is de boodschap helder: voortzetting van het huidige beleid, gekoppeld aan nauwere samenwerking met de buurlanden, moet Guyana verder stabiliteit en welvaart brengen. “De bevolking ziet de resultaten van onze inspanningen. Dat geeft mij alle vertrouwen voor deze verkiezingen”, aldus Ali.