Khargi weg, maar blijft de minister buiten schot?

De plotselinge terugroeping en onmiddellijke ontheffing van ambassadeur Rajendre Khargi uit Den Haag heeft veel stof doen opwaaien in Suriname. Een van de redenen voor zijn ontslag was een diaspora-bijeenkomst op de ambassade, georganiseerd zonder voorafgaande toestemming of melding aan Paramaribo. Tot overmaat van controverse werd de sessie mede verzorgd door een minister uit het kabinet-Simons, die sprak over de mogelijkheden van olie en gas.

Tegelijkertijd rijzen er vragen rond minister Brunings van Olie en Gas. Hij zou tijdens zijn vakantie in het buitenland zijn geweest, terwijl zijn aanwezigheid in diplomatieke aangelegenheden onduidelijk blijft. Heeft hij toestemming gevraagd voor de sessie? En zo niet, waarom wordt hij dan niet op dezelfde manier ter verantwoording geroepen als ambassadeur Khargi?

Ook speelt de kwestie van het gebruik van diplomatieke paspoorten bij privéreizen. Als Brunings inderdaad met een diplomatiek paspoort op vakantie ging, kan dit als onjuist gebruik worden gezien. Vicepresident Gregory Rusland, die als voorzitter van de Raad van Ministers toezicht houdt, zou hiervan op de hoogte moeten zijn.

Politicoloog drs. M. Janki ziet in deze kwestie een signaal van willekeur:

“Het ontslag van Khargi lijkt een harde tik, maar tegelijkertijd blijft er onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid van de betrokken minister. Als men streng wil zijn op diplomatieke discipline, dan moet dat consequent gebeuren – ongeacht de positie of partijachtergrond. Anders ontstaat de indruk van dubbele standaarden in de regering.”

Volgens Janki raakt de kwestie verder aan de transparantie binnen het bestuur: “Burgers hebben recht om te weten wie Suriname vertegenwoordigt in het buitenland en onder welke voorwaarden. Zolang dit mistig blijft, ondermijnt het vertrouwen in zowel diplomatie als politiek toezicht.”

error: Kopiëren mag niet!