Minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening heeft aangegeven dat de regering geen enkele officiële informatie heeft ontvangen over de vermeende gunning van de bouw van een brug over de Corantijnrivier aan een Chinees bedrijf in Guyana. Het gaat om een project dat al sinds 2012 in de planning staat, maar waarvan de uitvoering steeds op zich laat wachten.
Tegenover de pers gaf Tsang aan dat hij twee weken geleden bezoek kreeg van een Chinees bedrijf dat volgens berichtgeving de tender in Guyana zou hebben gewonnen.
“Ik wist daar helemaal niets van. We hebben dit in de Raad van Ministers besproken, maar ook daar is er geen enkele informatie over bekend. Sinds 2020 is het project in geen enkele begroting opgenomen. Voor mij is het dus ook krabben aan het hoofd wat de bedoeling precies is”, aldus Tsang.
Hoewel de brug al jaren onderwerp is van bilaterale gesprekken tussen Suriname en Guyana, benadrukt de minister dat de timing momenteel niet ideaal is. Hij wees erop dat de financiering en uitvoeringsmodaliteiten nooit concreet zijn gemaakt.
Achtergrond: jarenlang overleg zonder resultaat
De bouw van een vaste oeververbinding over de Corantijnrivier wordt door zowel het Surinaamse als het Guyanese bedrijfsleven gezien als een cruciaal project voor verdere economische integratie. De Suriname-Guyana Chamber of Commerce (SGCC) drong eerder dit jaar nog bij beide regeringen aan om de brug, samen met de modernisering van de Canawaima-veerverbinding, hoog op de politieke agenda te plaatsen.
Het project stond in 2023 opnieuw in de schijnwerpers, toen de toenmalige president Chandrikapersad Santokhi meldde dat hij samen met de Guyanese president Irfaan Ali een besluit zou nemen over de financiering. Er waren voorstellen ingediend door onder meer het Nederlandse Ballast Nedam en het Chinese China Road and Bridge Corporation (CRBC), maar die bedrijven konden niet voldoen aan de eis van voorfinanciering. Sindsdien bleef het stil.
Economische kansen en politieke wil
De brug zou niet alleen de twee landen verbinden, maar ook toegang bieden tot bredere economische kansen in de regio, waaronder Frans-Guyana en Brazilië. Internationale financiële instellingen, zoals de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), toonden eerder al interesse in de financiering. Maar zonder politieke besluitvorming en duidelijke afspraken blijft de Corantijnbrug vooral een symbool van potentieel in plaats van realiteit.
“De bal ligt nu bij de politieke partijen en beleidsmakers”, aldus de SGCC in haar verklaring. “Met concrete beleidsmaatregelen zoals de Corantijnbrug en een verbeterde ferryservice kunnen we de potentie van deze bilaterale relatie pas echt benutten.”