De Surinaamse politie is in opspraak geraakt, omdat zij gevoelige persoonsgegevens via social media bekendmaakt. Burgers klagen dat dit hun privacy aantast en onnodig persoonlijke details op straat legt. āNu weet iedereen hoe oud ik ben en hoe lang ik een rijbewijs hebā, zegt een burger. Volgens critici is dit niet alleen onzorgvuldig, maar ook in strijd met fundamentele rechten.
Bij instanties als het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) bestaan al digitale systemen waar burgers met een persoonlijke code en identiteitsbewijs veilig kunnen inloggen. Deze waarborgen privacy en beperken het risico op misbruik. Het verbaast velen dat de politie niet dezelfde standaarden hanteert.
Volgens artikel 17 van de Surinaamse Grondwet heeft iedere burger recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Het publiceren van persoonsgegevens op openbare platforms kan worden gezien als een directe schending van dit grondrecht. Bovendien is Suriname gebonden aan internationale verdragen zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), dat privacybescherming expliciet erkent.
Juristen benadrukken dat de overheid een zorgplicht heeft: burgers mogen niet worden blootgesteld aan datamisbruik of reputatieschade door overheidshandelen. Social media kunnen nuttig zijn voor algemene waarschuwingen en oproepen, maar zijn principieel ongeschikt voor het delen van individuele of gevoelige gegevens.
Het vertrouwen in de rechtsstaat vereist dat politie en overheid investeren in een beveiligde digitale portal, vergelijkbaar met systemen van het CBB. Alleen zo kan worden voldaan aan de grondwettelijke verplichting tot bescherming van burgerrechten Ʃn aan de groeiende internationale norm op het gebied van data- en privacybescherming.