Spoedzorg als luxeproduct? De regering speelt met mensenlevens

De discussie rond de drempelkosten voor de Spoedeisende Hulp (SEH) legt genadeloos bloot waar het in Suriname misgaat: de kloof tussen politieke beloftes en de harde realiteit. Het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, AZP,  berekende allang dat de SRD 300 die burgers betalen niet volstaat; de werkelijke kostprijs ligt tussen SRD 700 en SRD 1000.

Minister André Misiekaba van Gezondheidszorg, Welzijn en Arbeid bevestigde dit nu doodleuk tijdens de begrotingsbehandeling, maar schuift de oplossing door naar “overleg met verzekeraars”. Ondertussen draait de patiënt op voor wanbeleid.

De vorige regering beloofde SRD 400 subsidie per patiënt. Een mooi verhaal, maar nooit nagekomen. Resultaat: een tekort van tientallen miljoenen SRD’s dat jaarlijks groeit. Wie betaalt de prijs? Niet de politici met hun medische VIP-toegang, maar de gewone burger die bij een hartaanval of ongeluk in de wachtkamer moet rekenen of hij wel genoeg SRD’s op zak heeft.

De hypocrisie blootgelegd

Politici schermen graag met de woorden “toegankelijkheid” en “recht op zorg”. Maar laten we eerlijk zijn: een moeder met een zieke baby die geen SRD 700 kan neerleggen, wordt gewoon afgestraft. Dat staat haaks op internationale verdragen zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, die het recht op spoedzorg garanderen.

De prikkelende vraag

Hoe kan een land dat trots meepraat in de VN en CARICOM, in de praktijk toestaan dat spoedzorg langzaam verandert in een luxeproduct? De hypocrisie is ondraaglijk. Zolang regeringen subsidies beloven maar nooit nakomen, blijft de SEH een tikkende tijdbom.

De vraag is niet óf, maar wanneer de eerste dodelijke slachtoffers vallen omdat de rekening belangrijker bleek dan het mensenleven. Dáár zou het parlement zijn debat over moeten voeren.

error: Kopiëren mag niet!