Ik huil. Iedere dag. Niet één keer, niet af en toe, maar iedere dag wanneer ik in de winkel sta en zie hoe de prijzen opnieuw zijn gestegen. Laat mij eerlijk zijn: wat kan het mij schelen of de president nu met vier of vijf auto’s rondrijdt? Wat heb ik eraan als er mensen gratis mochten tanken bij Openbare Werken, áls dat al waar is? En die vijftig jaar dat er gestolen is uit de staatskas — ja, erg hoor, maar mijn zakken zijn er nu leeg van. Mijn pijn zit niet in hun praatjes, maar in de kassa van de supermarkt.
Puntjes die staan nu voor SRD 6 in het rek. Bereken maar vader, moeder en klein gezin van 2 kinderen -wat het kost per week en per maand.
Rijst dat ooit een basisproduct was, is nu een luxeartikel. Een liter kookolie? Die slurpt mijn salaris alsof het een grap is. En iedere week weer datzelfde spelletje: een paar dubbeltjes erbij, zogenaamd niets. Maar die dubbeltjes stapelen zich op tot kwartjes en guldens, tot mijn leven langzaam uit mijn handen wordt getrokken.
En dan dat theater van de politiek. Voor de verkiezingen stonden ze op het podium met grootse beloften, pratend over hoop, verandering, en de strijd tegen armoede. Vandaag hoor ik vooral gemopper over de vorige regering. “Zij deden dit, zij deden dat.” Wat interesseert mij dat? Waarom wilde je dan president worden als je plan alleen maar bestond uit klagen over je voorgangers? Was je ambitie zo klein?
Ze zeggen dat de president ook huilt. Nou, beste president: huil dan eens écht. Niet om je prestigeprojecten, niet om je tegenstanders, maar om mij. Om de moeder die haar kinderen niet gelukkig meer ziet, omdat er geen geld is voor een traktatie. Om de vader die met schaamte bij de kassa staat, omdat het geld tóch weer niet genoeg is. Huil om de gezinnen die langzaam stikken in schulden, terwijl jullie met je chauffeurs door de stad rijden.
Politiek is voor jullie een spel, voor mij is het bittere ernst. Mijn kinderen worden niet vrolijk van jullie excuses. Mijn buik wordt niet gevuld door jullie verhalen over ‘herstel’ en ‘erfenissen van de vorige regering’. En mijn tranen drogen niet op door de zoveelste belofte.
Dus huil, president, huil voor mij. Want mijn tranen zijn al op.

