Minister Dirk Currie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur erkent de onduidelijkheid rond slagings- en herkansingsnormen en breidt de herkansingskansen uit. Dit verhoogt op korte termijn het slagingspercentage – goed nieuws voor studenten. Maar wat zegt onderzoek?
Studies tonen dat flexibele beoordelingsopties, zoals pass/fail-regelingen, tijdens crises tijdelijk konden ondersteunen, maar leiden op de langere termijn tot 16–18 % lagere (on-time) slagingspercentages. Ook blijkt dat versoepeling weliswaar GPAs (Grade Point Average) opdrijft, maar niet gepaard gaat met betere leerprestaties, terwijl verzuim toeneemt, vooral onder lagere vaardigheidsniveaus.
Effect op onderwijskwaliteit: het slagingspercentage stijgt, maar de inhoudelijke leeropbrengst blijft achter. Diploma’s worden dus minder betrouwbaar als indicator van kennis en vaardigheden.
Arbeidsmarkt: werkgevers kunnen minder vertrouwen hebben in nieuw afgestudeerden. Dit kan leiden tot extra bijscholing en opleidingskosten voor bedrijven.
Lange termijn: Als diploma’s hun waarde verliezen en onderwijs minder solide wordt, kan het publieke vertrouwen in het systeem dalen. Dit maakt toekomstige hervormingen lastiger te implementeren.
