In Suriname klinkt de roep om een strenger en transparanter grondbeleid steeds luider, vooral na nieuwe onthullingen over gesjoemel met domeingronden via stichtingen. Het systeem van grondhuur, ooit bedoeld om burgers en bedrijven toegang te geven tot betaalbare grond, wordt volgens critici misbruikt voor winstbejag.
Een bekend voorbeeld speelde zich vorig jaar af in Paramaribo-Zuid, waar een stichting voor sociale woningbouw 5 hectare domeingrond kreeg toegewezen. Binnen enkele maanden werden delen van die grond – via een netwerk van tussenpersonen – doorverkocht aan particuliere investeerders voor meer dan tien keer de oorspronkelijke grondhuurprijs. Het vastgoed op deze percelen veranderde snel van eigenaar, terwijl de oorspronkelijke doelstelling, betaalbare woningen voor minderbedeelden, volledig werd genegeerd.
Volgens deskundigen is de oplossing eenvoudig, maar vraagt deze om politieke moed. Domeingronden moeten eigendom van de staat blijven en uitsluitend op leasebasis (bijvoorbeeld 75 jaar, met verlengingsoptie) worden uitgegeven. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals benoemd in de wet, zou verkoop mogelijk moeten zijn.
Bovendien moeten stichtingen zonder directe maatschappelijke meerwaarde worden uitgesloten van nieuwe toewijzingen, om doorverkoop te voorkomen. Vastgoed op domeingrond kan wel vrij verhandeld worden, maar met duidelijke regels om erfgenamen en rechtsopvolgers te beschermen. Voor minderbedeelden zouden aparte regelingen moeten komen, zodat zij niet worden weggedrukt door speculanten.
Zonder ingrijpen dreigt het vertrouwen in het grondbeleid verder te eroderen, en blijft domeingrond een goudmijn voor enkelen in plaats van een gemeenschappelijk bezit voor de hele samenleving.