Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft vrijdag 8 augustus aangekondigd dat leerlingen van leerjaar 12 AVO met maximaal vier onvoldoendes in plaats van drie, alsnog toegang krijgen tot het herexamen. De maatregel wordt volgens minister Dirk Currie genomen naar aanleiding van “signalen” over de eindexamenresultaten.
Een onderwijsdeskundige die anoniem wil blijven uit stevige kritiek: “Hoe kan een minister op basis van vage ‘signalen’ zulke vergaande beslissingen nemen? Dit is geen kwestie van gevoel of indrukken. We hebben hier te maken met de toekomst van duizenden jongeren. Een spoedrapport op basis van feitelijke cijfers had de enige juiste basis moeten zijn voor deze ingreep.”
Volgens de deskundige lijkt het ministerie haastig te hebben gehandeld zonder transparante onderbouwing. “Waar zijn de exacte cijfers over het aantal gezakte leerlingen? Wat zijn de oorzaken van de slechte resultaten? Wat verwacht men dat deze versoepeling oplevert? Zomaar de norm verruimen zonder prognose of impactanalyse is onprofessioneel”, stelt hij fel.
De maatregel is vermoedelijk ingegeven door maatschappelijke druk en het grote aantal teleurgestelde scholieren, maar de aanpak roept vragen op over beleidsvoering in crisissituaties. “Beleid maak je op basis van data, niet op basis van onderbuikgevoelens”, aldus de deskundige.
Voor nu krijgen de kandidaten iets meer ademruimte, maar of deze ingreep daadwerkelijk tot betere onderwijskwaliteit leidt, blijft de vraag. Transparantie en onderbouwing zijn hierbij essentieel – iets wat nu pijnlijk ontbreekt.
