Het recente kennismakingsbezoek van EU-ambassadeur René van Nes aan president Jennifer Geerlings-Simons en minister Melvin Bouva heeft de wederzijdse wens tot nauwere samenwerking onderstreept, maar laat op belangrijke punten ruimte voor vragen.
Een van de centrale thema’s was de plaatsing van Suriname op de EU-luchtvaartblacklist, waardoor nationale luchtvaartmaatschappijen niet welkom zijn op Europees grondgebied. Hoewel Van Nes sprak over de noodzaak van verbeterd toezicht door CASAS, bleef onduidelijk welke specifieke tekortkomingen daaraan ten grondslag lagen. Evenmin werden concrete deadlines genoemd waarbinnen Suriname deze problemen moet oplossen.
Ook over de status van lopende EU-projecten werd weinig duidelijk. Er werd gesproken over het Global Gateway-initiatief en toekomstige investeringen, maar het bezoek bracht geen overzicht van bestaande programma’s, financiering of behaalde resultaten.
Opvallend is het ontbreken van een reactie van president Simons, ondanks haar aanwezigheid. Financiële toezeggingen bleven uit, net als vermelding van afspraken met de Surinaamse private sector of maatschappelijke organisaties – nochtans essentieel voor duurzame samenwerking.
Tot slot werd het onderwerp visserij slechts globaal aangestipt, zonder analyse van de huidige knelpunten of maatregelen richting EU-exportnormen. Het bezoek symboliseerde goodwill, maar roept vragen op over de inhoudelijke invulling en urgentie van dit partnerschap.