Samenleving wil terugdraaiing hoge regeringssalarissen: primair kwestie van ethiek, solidariteit en leiderschap

Het is een breed gedragen principe in veel samenlevingen, vooral in tijden van economische crisis, dat als de bevolking de broekriem moet aantrekken, de overheid en haar hoogste functionarissen het goede voorbeeld moeten geven. 

Er bestaat een ongeschreven “sociaal contract” tussen de regering en de burgers. De regering heeft de taak het land te leiden en te zorgen voor het welzijn van de bevolking. In ruil daarvoor accepteren burgers de autoriteit van de regering en dragen zij bij, onder meer via belastingen. Wanneer de regering oproept tot collectieve opoffering (bezuinigingen, prijsstijgingen), wordt van haar verwacht dat zij zelf ook bijdraagt.

De bevolking heeft er geen inspraak in gehad om de salarissen van de regering dusdanig te verhogen. Deze salarissen staan in schril contrast met de salarissen van belangrijke doelgroepen in de samenleving zoals leerkrachten en verpleegkundigen die heel veel werk verzetten, maar bij lange na niet het salaris ontvangen dat hun moet toekomen. 

Als de regering de hoge salarissen behoudt terwijl de bevolking verarmt, verliest ze snel aan legitimiteit. Burgers vragen zich af of de regering echt begaan is met hun welzijn of primair met eigenbelang bezig is.

In een recent interview erkende vicepresident Gregory Rusland wel de pijn in de samenleving en zich bewust te zijn van de gevoeligheid van deze kwestie.

In de samenleving is men echter niet tevreden over deze uitspraak, omdat het overkomt als “ja maar“, de verantwoordelijkheid en kennis die wij dragen en het werk dat wij moeten doen, kost geld“.

“Assemblee- en regeringsfunctionarissen worden letterlijk verzorgd door de samenleving en worden als het ware helemaal in de watten gelegd en komen in financieel opzicht niets tekort, terwijl de samenleving die in verkiezingstijd de spil is van het kiezen van een regering het met aanzienlijk minder moet doen”, aldus een leerkracht, “Alleen al de representatiekosten zijn net zoveel als het maandsalaris van iemand. Een te grote kloof tussen de inkomens van politici en de gemiddelde burger in een noodlijdende economie zal altijd tot kritiek leiden.”

Als de regering impopulaire maar noodzakelijke maatregelen moet nemen (bijvoorbeeld belastingverhogingen, subsidies afbouwen), is de acceptatiebereidheid veel groter als burgers zien dat de top van de overheid ook bijdraagt aan de bezuinigingen. Zonder dit gevoel van gezamenlijke opoffering ontstaat er maatschappelijke onrust.

De oproep om hoge regeringssalarissen terug te draaien in tijden van crisis is primair een kwestie van ethiek, solidariteit en leiderschap. Het gaat om het herstellen van het vertrouwen tussen de regering en de bevolking, en het laten zien dat de lasten van een crisis eerlijk worden verdeeld. Het draagt bij aan een gevoel van eenheid en de acceptatie van moeilijke maar noodzakelijke maatregelen voor economisch herstel.

error: Kopiëren mag niet!