Jarenlang hebben Latijns-Amerikaanse criminele organisaties zich niet alleen op drugshandel gericht, maar ook op nieuwe gebieden.
Uit een rapport van de Environmental Investigation Agency (EIA – zie rapport onderaan) blijkt nu dat sommige kartels in Latijns-Amerika – met name in Mexico – zijn begonnen met de handel in kwik, een giftige chemische stof waarvan de productie, export en het gebruik sinds 2013 door meer dan 100 landen zijn verboden of geleidelijk zijn uitgefaseerd.
Volgens The Guardian is de kwikproductie in Mexico “uit de hand gelopen” door de stijgende goudprijs en de betrokkenheid van kartels bij de dodelijke chemische stof die naar Zuid-Amerikaanse landen, waaronder Colombia, Bolivia en Peru, wordt gesmokkeld.
Het EIA-onderzoek identificeert het Cártel Jalisco Nueva Generación (CJNG) als de drijvende kracht achter de kwikhandel. Het agentschap ontdekte minstens 19 actieve mijnen in de Mexicaanse staat Querétaro, die jaarlijks ongeveer 100 ton kwik produceren.
Mexicaanse functionarissen hadden aan de Verenigde Naties een daling van de binnenlandse kwikproductie gemeld – van 442 ton in 2018 naar nul in 2020. Undercover onderzoekers van de EIA volgden echter ongeveer 200 ton kwik die tussen 2019 en 2025 van Centraal-Mexico helemaal naar het Amazonewoud werd verplaatst.
Adam Dolezal, onderzoekscoördinator bij de EIA, zei dat smokkelaars grote ladingen kwik onopgemerkt kunnen vervoeren door de chemische stof in grind te verstoppen. Zodra de ladingen de grens tussen de VS en Mexico passeren, halen criminele groepen het kwik uit de rotsen voordat ze het naar de Amazone verschepen.