In Suriname heerste jaren een militaire dictatuur. In 1987 kwam er na de verkiezingen een democratisch gekozen bestuur. De politieke partij NDP, die voortkwam uit exponenten van de militaire dictatuur, maakt sindsdien ook deel uit van de democratie in Suriname. In mei van dit jaar heeft de NDP 18 zetels behaald en vormde een krappe meerderheid met 6 coalitiepartners. Het gevoelige ministerie van Defensie werd toegewezen aan coalitiepartner Pertjajah Luhur. De keuze roept vele vragen op, maar is inhoudelijk en symbolisch verdedigbaar.
Het Nationaal Leger werd vaak vereenzelvigd met de vroegere militaire dictatuur en kreeg daardoor niet de plaats die het verdiende in een democratie. Het leger werd lange tijd gewantrouwd en ondergewaardeerd vanwege het feit dat de partijvoorzitter van de NDP, de overleden ex-president Bouterse, tijdens de militaire dictatuur ook regeringsleider was. Er heerst een onnodig stigma op het leger.
Na de verkiezingen dit jaar is het ministerie van Defensie niet toegewezen aan de NDP maar aan een andere samenwerkende partij, de Pertjajah Luhur
De voorzitter van de NDP, wijlen Desi Bouterse, was dezelfde persoon die tijdens de militaire dictatuur als regeringsleider fungeerde. De partij functioneert sinds 1987 democratisch en heeft na het overlijden van Bouterse gekozen voor een vrouwelijke voorzitter, de huidige president Jennifer Geerlings-Simons.
Het verleden roept bij velen negatieve associaties op. Een ministerie als Defensie, dat in het verleden werd ingezet voor machtsbehoud in plaats van nationale veiligheid, hoort vrij te zijn zijn van beladen politieke invloeden.
Wegnemen van angst en wantrouwen
Door Defensie niet toe te vertrouwen aan de partij die wordt geassocieerd met het militaire regime wordt het wantrouwen onder de bevolking en oppositie deels weggenomen. De beslissing straalt uit dat er geleerd is van het verleden en dat machtsconcentratie bij één partij, zeker één met zo’n verleden, wordt vermeden. Het adagium van president Jennifer Geerlings-Simons: “Wo kenki a systeem“ komt hier tot uiting.
Ironisch genoeg is deze keuze ook in het belang van het leger zelf.
Door het ministerie bij een andere partij onder te brengen, komt het leger los van politieke beeldvorming. Dit helpt bij het afbouwen van het stigma dat het leger slechts een verlengstuk zou zijn van de NDP. Zo krijgt het leger de kans om zichzelf te profileren als een professionele instelling die loyaal is aan het bevoegd gezag en in dienst is van het hele volk.
Hoewel de NDP als democratisch gekozen partij in principe elke regeringspost zou mogen bekleden, vraagt het beladen verleden van Suriname om politieke wijsheid en verantwoordelijkheidszin. De beslissing om Defensie buiten de directe invloedssfeer van de NDP te houden, is dan ook geen uitsluiting, maar een stap richting verzoening en vertrouwen. Juist in een democratie is het essentieel dat grondwettelijke instituties als het leger en politie boven elke politieke twijfel verheven zijn.