Bron: The New York Times – verslag door Keith Bradsher
De Chinese overheid maakt zich zorgen over overmatige concurrentie die de economie schaadt. In een poging om de prijzen te stabiliseren en bedrijven te beschermen, heeft Beijing beloofd harder op te treden tegen prijsoorlogen en overproductie. Veel sectoren, zoals kleding, kinderwagens en auto’s, worden overspoeld met goedkope producten die moeilijk te verkopen zijn, wat leidt tot een neerwaartse spiraal van prijzen. In de industriële provincie Hebei concurreren honderden fabrieken op leven en dood, vaak met identieke producten en minimale winstmarges. Bedrijven proberen klanten te lokken door productie op aanvraag, maar eindigen vaak met grote onverkochte voorraden.
In Suning County bijvoorbeeld hebben jaren van overinvesteringen in fabrieken geleid tot overcapaciteit. Lokale ambtenaren moedigden productie aan, wat nu resulteert in verzadigde markten. Producenten kunnen nauwelijks winst maken, omdat rivalen bereid zijn onder kostprijs te verkopen. De situatie is nijpend in sectoren zoals kinderwagens, waar arbeiders kinderwagens produceren die mogelijk nooit verkocht worden. Deze prijzenslag leidt tot deflatie, verlies van banen en onzekerheid. De Chinese overheid zoekt naar oplossingen, maar het evenwicht tussen economische groei en marktstabiliteit blijft lastig te vinden. “Lagere prijzen zijn geen voordeel meer,” aldus een fabrikant.