Wie beschermt de burger als de overheid faalt?

Bij elke stevige regenbui gebeurt het weer: straten veranderen in rivieren, voertuigen komen vast te zitten, en water baant zich een weg tot in de huizen van gewone burgers. Meubels worden vernield, elektrische apparatuur gaat kapot, en soms lopen zelfs huisdieren gevaar. De schade is groot – en wie betaalt het gelag? De burger zelf.

Onze wegen verkeren ondertussen in een staat van verval. Kuilen, scheuren, afbrokkelende randen. Je kunt geen rit maken zonder het risico dat je voertuig schade oploopt — of erger, dat je als bestuurder of passagier lichamelijk letsel oploopt. Maar intussen eist de overheid wél van jou dat je je auto verzekert, laat keuren, en op tijd belasting betaalt. Doe je dat niet, dan krijg je een boete.

Dat roept een belangrijke vraag op: waar blijft de wederkerigheid?

“De overheid heeft een zorgplicht om burgers te beschermen — niet alleen tegen criminaliteit, maar ook tegen gebrekkige infrastructuur en onveilige leefomstandigheden.”

– Algemeen rechtsbeginsel

In veel landen — ook in Suriname — is in de Grondwet of wetgeving opgenomen dat de overheid moet zorgen voor de veiligheid en bescherming van haar burgers. Niet alleen in tijden van oorlog of crisis, maar juist in het alledaagse leven: op straat, op de weg, in de woonwijken. Wanneer de staat hierin faalt, spreken we van nalatigheid. Of zelfs van structureel wanbeleid.

Toch verschuilt de overheid zich steeds vaker achter het excuus van ‘klimaatverandering’ om te verklaren waarom buurten onder water lopen. Maar wie goed kijkt, ziet dat het probleem niet de regen is — maar het jarenlang uitblijven van onderhoud. Goten worden niet schoongemaakt, lozingen zijn verstopt, en infrastructuur wordt pas hersteld als het kwaad al geschied is.

Dus waarom mag een burger wel bestraft worden voor nalatigheid, maar de overheid niet?

Misschien is het tijd dat wij als samenleving deze vraag serieus nemen. Misschien moeten wij ons organiseren, ons verenigen, en – indien nodig – de overheid ter verantwoording roepen. Via het parlement, via maatschappelijke druk, en ja, als het moet ook via de rechter.

Want als jij alles op tijd moet betalen en uitvoeren, mag je ook verwachten dat de overheid haar plicht vervult. Het is geen gunst. Het is een basisrecht.

Laat dit een keerpunt zijn. Niet alleen natte voeten – maar een nat geweten bij hen die verantwoordelijk zijn.

Een overheid die boetes mag uitdelen, moet ook aansprakelijkheid durven dragen.

Preani Koendjbiharie

error: Kopiëren mag niet!