Het is weer zo ver in Paramaribo: de ministeriële stoelendans is in volle gang!
Terwijl de oud-ministers van het kabinet Santokhi met tranen in de ogen hun eigen successen bewieroken (“ik heb het ministerie getransformeerd van een stoffige archiefruimte naar een PowerPoint-machine!”), nemen de nieuwbakken bewindslieden van het kabinet Simons enthousiast het stokje over.
Zij beloven gouden bergen, digitale revoluties, en een brug naar Albina – zelfs als daar nog geen water onderdoor stroomt.
En wie staan er keurig op de achtergrond te applaudisseren? Juist: de ambtenaren. Die beloven steevast hun “volle en loyale ondersteuning” aan de nieuwe minister. Klinkt nobel, nietwaar?
Maar laten we eerlijk zijn: hebben ze wel een keus? Een ambtenaar is een bijzondere diersoort: hij werkt voor de staat, zit vaak vast aan het bureau (letterlijk én figuurlijk), en leeft van memobrief tot werkbespreking. Als hij géén steun geeft aan zijn nieuwe baas, riskeert hij ontslag of – erger nog – wordt hij “overgeplaatst naar een archiefruimte zonder airco”.
Dus ja, die steun is geen romantische liefdesverklaring, maar eerder een ambtelijke overlevingsstrategie.
Toch is er één plek waar echte loyaliteit schuilt: bij de koffieautomaat. Daar delen ambtenaren pas écht hun mening – stil fluisterend, met een plastic bekertje in de hand. Want ministers komen en gaan, maar de koffie blijft altijd… lauw.
Welkom, nieuwe ministers. Vergeet niet: de macht ligt niet bij de directeur, maar bij de koffiemevrouw.
