De Britse regering gaat de minimale stemleeftijd verlagen van achttien naar zestien jaar. Het is de bedoeling dat de nieuwe groep stemgerechtigden al bij de volgende landelijke verkiezingen in 2029 kan stemmen.
De Britse regering spreekt van “de grootste verandering aan de Britse democratie in een generatie”. Volgens de Labour-regering van premier Keir Starmer is het eerlijker, omdat vele zestien- en zeventienjarigen al werken, belasting betalen en het leger in kunnen.
“Jonge mensen dragen al bij aan de samenleving”, schrijft vicepremier Angela Rayner op X. “Het is niet meer dan terecht dat ze kunnen meebeslissen over zaken die hen aangaan.” Er komen ongeveer 1,5 miljoen nieuwe kiezers bij, meldt de BBC.
De Conservatieve partij is kritisch. “Waarom vindt de regering dat een zestienjarige wel mag stemmen, maar geen lot mag kopen, alcohol mag drinken, mag trouwen of mag meedoen aan de verkiezingen waarvoor ze stemmen?”, vraagt parlementslid Paul Holmes zich af.
De plannen van de regering gelden voor Engeland en Noord-Ierland. In Wales en Schotland hebben zestienjarigen al stemrecht.
De laatste keer dat het Verenigd Koninkrijk de stemleeftijd verlaagde was in 1969. Toen ging de minimumleeftijd van 21 naar achttien jaar. De nieuwe verlaging komt overigens niet uit de lucht vallen: het plan stond in het afgelopen verkiezingsprogramma van Labour.