Bron:The New York Times – door Stanley Reed
Uitgebreide Nederlandse samenvatting:
In het Finse Pikkala wordt gewerkt aan een essentieel onderdeel van de mondiale energietoekomst: onderzeese hoogspanningskabels. Op het imposante schip Monna Lisa, eigendom van het Italiaanse bedrijf Prysmian, worden enorme stroomkabels opgerold die straks duizenden kilometers onder zee stroom zullen transporteren. Deze kabels verbinden onder andere windparken op zee met het vasteland en maken grensoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit mogelijk, bijvoorbeeld tussen Finland en Duitsland of het VK en de VS.
De vraag naar dit soort kabels is fors gestegen door de wereldwijde omschakeling naar duurzame energie en de groei van het elektriciteitsverbruik. Grote investeringen in zonne- en windenergie vereisen nieuwe infrastructuur om stroom efficiënt en betrouwbaar over lange afstanden te transporteren. Prysmian is een van de weinige bedrijven wereldwijd dat in staat is om dit soort zware, technisch complexe kabels te produceren en te installeren.
De productie is arbeidsintensief en nauwkeurig: meerdere lagen staal, koper en aluminium worden samengevlochten tot een robuuste kabel die bestand is tegen de druk en omstandigheden van de zeebodem. Ook het leggen ervan op de zeebodem, met gespecialiseerde schepen als de Monna Lisa, vereist geavanceerde technologie.
Volgens professor Tim Green van Imperial College in Londen vormen deze kabels het zenuwstelsel van de moderne energienetwerken. Ze vergroten de ‘verwevenheid’ van internationale stroommarkten, verhogen de betrouwbaarheid van levering en maken het delen van hernieuwbare energie over grenzen heen mogelijk.
De groeiende vraag betekent ook dat bedrijven als Prysmian hun capaciteit uitbreiden. De fabriek in Pikkala produceert jaarlijks honderden kilometers kabel, maar werkt momenteel aan een flinke uitbreiding. Ook elders in Europa worden nieuwe fabrieken opgezet.
Deze stille kracht achter de groene revolutie – onzichtbaar onder zee – speelt een cruciale rol in de strijd tegen klimaatverandering, en plaatst technologische innovatie in het hart van de energietransitie.