Diep in de cocavelden van centraal Bolivia heeft oud-president Evo Morales zijn dorp omgetoverd tot een met speren omzoomd fort. Uitgesloten van een nieuw presidentschap, beschuldigd van mensenhandel en in de steek gelaten door de staat, bereidt hij zich voor op een politieke comeback – of een belegering.
Evo Morales regeerde Bolivia vanuit een marmeren toren in La Paz.
Tegenwoordig verlaat hij een afgelegen dorp in de cocarijke Trópico de Cochabamba niet meer, waar aanhangers zijn huis hebben omsingeld met scherpe palen en bamboe wachtposten. Dit is Lauca Ñ, nu door loyalisten die Morales’ uitsluiting van de presidentsverkiezingen van 2025 weigeren te accepteren, ook wel het “Algemeen Hoofdkwartier van het Volk” genoemd.
Nadat aanklagers een arrestatiebevel tegen hem hadden uitgevaardigd waarin hij wordt beschuldigd van mensenhandel en het Constitutionele Hof de termijnlimieten had herbevestigd, zette Morales door.
Bij de poort controleren mannen met lansen en portofoons identiteitsbewijzen. Binnen houdt Morales zitting bij Radio Kawsachun Coca, het station dat zijn stem versterkt over de cocavalleien.
“Er is geen slachtoffer, geen misdaad”, vertelde hij het Spaanse persbureau EFE in een recent interview, waarbij hij de juridische aanklachten afdeed als een poging zijn politieke carrière te begraven.