Suriname moet volgen wat in Afrika gebeurt

De nieuwe Surinaamse regering treedt binnenkort aan en de Amerikaanse regering heeft een signaal afgegeven met betrekking tot de Chinese aanwezigheid in Suriname. Maar de Chinese aanwezigheid is er niet alleen in Suriname. Ook in de Afrikaanse landen zien we een groeiende aanwezigheid van de Chinezen alhoewel er een kentering nu schijnt plaats te vinden. Japan en India bieden Afrikaanse landen nu een aantrekkelijk alternatief voor China’s huidige neokoloniale en expansionistische financieringsmodel. Dit betoogt het Foreign Policy Research Institute, een Amerikaanse denktank. Volgens haar is de Chinese bemoeienis met Afrika strategisch en extractief, leidt die tot roofleningen en de ‘schuldenvaldiplomatie’ en creëert ze grote economische afhankelijkheden waardoor China veel invloed krijgt in de besluitvorming van Afrikaanse staten.  

Er worden twee belangrijke ontwikkelingen genoteerd in Afrika. Enerzijds trekt de Verenigde Staten haar handen van het continent af (bijvoorbeeld door de stekker uit USAID te trekken). Aan de andere kant zet China tegelijkertijd grootschalige financiering in om economische afhankelijkheden te creëren, invloed te verwerven en zijn China-centrische wereldorde uit te breiden. Deze verschuiving daagt de liberale, op regels gebaseerde orde uit door een op macht gebaseerd systeem te bevorderen, met Afrika als een belangrijke geopolitieke arena. 

In Suriname zijn er geen denktanks die tot deze conclusies komen, ook politieke debatten hierover worden niet aangegaan bijvoorbeeld in onze DNA. 

Afrika bevindt zich op het kruispunt van het mondiale machtssysteem en heeft daarmee een strategische invloed op de vormgeving van de huidige internationale orde – in politiek, economisch, militair, strategisch, milieu- en ontwikkelingsopzicht. En daarmee maakt Afrika deel uit van elke agenda voor veiligheid, vrede en ontwikkeling. 

De Verenigde Staten onder Donald Trump ziet dat niet of wil dat niet zien, China des te meer. En nu ook Japan en India die in samenwerking met verschillende Afrikaanse landen in februari 2025 in Tokyo het Japan-India-Africa Business Forum organiseerden, een evenement dat niet alleen een strategische stap markeert in de Japans-Indiase betrekkingen, maar ook Afrika een duurzaam perspectief biedt. En in elk geval een alternatief voor het Chinees neokolonialisme, zoals het ook wordt genoemd. Het vlaggenschip van China’s ‘extractieve expansiedrang’ is natuurlijk het Belt and Road Initiative (BRI), waarmee het land een ‘sino-centrische wereldorde’ creëert. 

Beijings motieven gaan veel verder dan het economische: ‘China’s engagement is niet alleen politiek of economisch, het is ook zeer strategisch en extractief. Het polariserende financieringsmodel van Beijing – gekenmerkt door roofleningen en diplomatie van de schuldenval – heeft langdurige economische afhankelijkheden gecreëerd, waardoor China aanzienlijke invloed heeft op beleidsbeslissingen in Afrikaanse staten. De cijfers liegen er natuurlijk niet om, China heeft zich inmiddels ontpopt tot de grootste handelspartner en kredietverstrekker van Afrika, met een bilaterale handel die in 2024 meer dan 295 miljard dollar zal bedragen. Dat is meer dan de gecombineerde handel tussen India en Afrika (100 miljard dollar), de VS en Afrika (71,6 miljard dollar) en Japan en Afrika (24 miljard dollar) bij elkaar. ‘Beijings roofleningen’ zoals ze worden genoemd, en de ontwikkelingsfinanciering van 2000 tot 2022 bedroeg naar schatting 170,08 miljard dollar, waarvan 134,01 miljard dollar afkomstig was van Chinese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering – de China Development Bank (CDB) en de Export-Import Bank of China (CHEXIM). Deze fondsen zijn vooral gericht op energie, mijnbouw, transport, informatietechnologie, financiële diensten, industrie, handel en diensten. 

Met name op het gebied van infrastructuur is de Chinese aanwezigheid formidabel: in 2022 werd 31 procent van alle grote Afrikaanse infrastructuurprojecten (met een waarde van 50 miljoen dollar of meer) uitgevoerd door Chinese bedrijven, tegenover slechts 12 procent door westerse bedrijven. De Chinese bedrijven worden inmiddels ‘een one-stop oplossing voor Afrikaanse behoeften’ genoemd, omdat ze arbeid, materialen, technologie en financiële middelen (alles uit China) leveren. 

Door de aanleg van spoorwegen, snelwegen, waterkrachtcentrales, bruggen en havens heeft Beijing strategische controle gekregen over Afrika’s transport, energie, productie, industrieparken, gezondheidszorg, handel, e-commerce en juridische en commerciële sectoren. Alleen al in sub-Saharaans Afrika beliepen de Chinese investeringen in infrastructuur de afgelopen twee jaar in totaal 155 miljard dollar. China is ook dominant in Afrika’s maritieme connectiviteit en kritieke infrastructuur: Chinese staatsbedrijven zijn actief in 78 havens in 32 Afrikaanse landen, als bouwers, financiers of exploitanten. 

Naar verwachting zal de Afrikaanse continentale vrijhandelszone tegen 2030 een interne markt zijn met 1,7 miljard mensen, die tezamen goed zijn voor 6,7 biljoen dollar aan consumenten- en bedrijfsuitgaven. De onderzoekers wijzen erop dat China voor elke 1 dollar die het in een Afrikaanse haven investeert, 13 terugkrijgt, ‘wat China’s neokoloniale aanwezigheid in Afrika versterkt, terwijl het de rijkdom van het continent blijft aftappen’. De intensieve bemoeienis met het Afrikaanse havenwezen wordt ‘diep strategisch’ genoemd, omdat veel havenfaciliteiten ‘dual-use’ zijn en desgewenst operaties van de Chinese marine kunnen ondersteunen. Door de kritieke infrastructuur, energiesystemen en winningsindustrieën van Afrika te controleren, verzekert Beijing zich op lange termijn van toegang tot grondstoffen, stelt het zijn handelsroutes veilig en legitimeert het zijn groeiende militaire aanwezigheid in de Indische Oceaan. 

Tegelijkertijd zwelt in Afrika de kritiek op China aan. ‘Groeiende onvrede over infrastructuur van slechte kwaliteit, gebrek aan transparantie en uitbuitingspraktijken hebben geleid tot toenemende kritiek en zelfs contractannuleringen door Afrikaanse regeringen.’ Kritiekpunten zijn vooral slordige bouw, het gebrek aan lokale werkgelegenheid, corruptie en de ondoorzichtige contractvoorwaarden van Chinese projecten. Afrika heeft behoefte aan een transparant en responsief partnerschap, dat duurzame groei en ontwikkeling mogelijk maakt. Een partnerschap dat is afgestemd op de Afrikaanse prioriteiten en behoeften. Het Japan-India-Africa Business Forum is een goede eerste gecoördineerde aanzet daartoe. 

Zowel Japan als India is goed geoutilleerd om Afrika een alternatief te bieden voor de sino-gecentreerde Afrika-strategie van Beijing, omdat beide landen duurzaamheid, transparantie en wederzijdse groei promoten. Door Japanse technologie, investeringen en expertise te combineren met India’ s soft power, industriële basis en digitale capaciteiten en Afrika’ s enorme talentenpool en consumentenmarkt, kunnen de drie regio’s een wederzijds voordelig kader creëren dat de op regels gebaseerde orde bevordert en in stand houdt.

Dit zijn allemaal ontwikkelingen die goed door onze diplomaten op BuZa moeten worden gevolgd, waardoor wij als samenleving het beste kunnen doen wat voor onze samenlevingen nuttig is.

error: Kopiëren mag niet!