Door Lilia Burunciuc, Wereldbank-directeur voor het Caribisch gebied
Al decennialang staat het Caribisch toerisme synoniem voor zon, zee en strand. Deze natuurlijke rijkdommen blijven een bron van schoonheid, trots en economische kansen. Tijdens mijn vier jaar in de regio heb ik dit zelf mogen ervarenâzowel professioneel, door bijna elk Caribisch land te bezoeken, als privĂ©, tijdens reizen met familie en vrienden om de rijke cultuur, landschappen en gemeenschappen te verkennen.
Hoewel de aantrekkingskracht van het Caribisch gebied onmiskenbaar is, staat het toerismemodel dat eromheen is ontstaan onder druk. De COVID-19-pandemie legde de kwetsbaarheden van toerisme-afhankelijke economieĂ«n bloot. Het was ook een moment van bezinningâeen kans om na te denken over welk soort toerisme de regio het beste dient, niet alleen nu maar ook op de lange termijn.
Toerisme draagt voor meer dan 22% bij aan het bbp van het Caribisch gebied en ondersteunt 2,75 miljoen banenâveel daarvan worden vervuld door vrouwen en jongeren. Toch slaagt het huidige model er niet in om echte economische waarde te leveren. Cruisetoerisme blijft dominant en vertegenwoordigt nu meer dan de helft van alle toeristische aankomsten in de regio. De uitgaven van bezoekers zijn echter onevenredig laag. Cruisepassagiers geven tussen de $37 en $140 per aanlandingsbezoek uit, maar velen verlaten het schip niet eens en geven de voorkeur aan activiteiten aan boord. Daarentegen geven overnight-bezoekers ongeveer $1.600 per reis uit, en avontuurtoeristen nog meerâbijna $2.300, exclusief accommodatie, vluchten en visa. Dit verschil gaat niet alleen over inkomsten; het laat zien hoe verschillende soorten toerisme bijdragenâof falen bij te dragenâaan lokale banen, diensten en supply chains.
Tegelijkertijd blijft de economische voetafdruk van de sector beperkt. De opkomst van all-inclusive resorts, vaak in buitenlandse handen, leidt tot hoge “lekkage”âwinsten worden gerepatrieerd en goederen geĂŻmporteerd, waardoor lokale producenten en dienstverleners weinig kansen overhouden. Deze resorts zorgen ook voor intense concurrentie tussen Caribische landen, wat resulteert in een race to the bottom in de vorm van royale belastingvakanties en concessies. Tussen 2010 en 2013 alleen al kostten deze stimuleringsmaatregelen Caribische regeringen tot 7% van hun bbp aan gemiste inkomsten.
Naast economische inefficiĂ«nties nemen ook de milieukosten toe. Zowel cruiseschepen als grote resorts produceren enorme hoeveelheden afval, verbruiken veel water en energie, en zetten kwetsbare kustecosystemen onder druk. Overontwikkeling heeft mangroven, koraalriffen en stranden aangetastâprecies de natuurlijke rijkdommen die toeristen aanvankelijk aantrokken.
Om concurrerend te blijven, moeten Caribische landen een omslag maken. Reizigers vragen om duurzamere, meeslepende en authentieke ervaringen. Bestemmingen die dit biedenâsamen met verantwoord bestuurâkunnen hier hun voordeel mee doen.
Er groeit het besef dat het toerismemodel van de regio moet evoluerenâen er is een duidelijke weg vooruit. Versterking van het bestuur is een cruciaal startpunt. Wanneer investeringskaders transparant en consistent zijn, kunnen ze meer verantwoorde, hoogwaardige investeerders aantrekken. Dit omvat het vaststellen van milieu- en passagiersheffingen die de werkelijke kosten weerspiegelen van infrastructuuronderhoud en bescherming van kwetsbare ecosystemenâen ervoor zorgen dat deze inkomsten worden geherinvesteerd waar ze het hardst nodig zijn: in gemeenschappen en natuurbehoud.
Net zo belangrijk is het heroverwegen wie baat heeft bij toerisme. Meer inclusieve groei betekent sterkere verbindingen creĂ«ren tussen toerisme en de bredere economieâmet name voor lokale boeren, ambachtslieden en ondernemers. Dat vereist coördinatie, betere toegang tot financiering en investeringen in vaardigheden. Er zijn veelbelovende tekenen van vooruitgang. In Saint Lucia helpt het Tourism Enhancement Fund bijvoorbeeld om vrijwillige bijdragen van bezoekers te kanaliseren naar lokale duurzaamheidsinitiatieven. Dergelijke modellen kunnen worden uitgebreid en gerepliceerd in de hele regio.
Tegelijkertijd moet de regio verder kijken dan haar traditionele toeristische aanbod. Avontuurtoerismeâdat wereldwijd al meer dan 30% van het vrijetijdstoerisme uitmaakt en meer dan $680 miljard oplevertâis in het Caribisch gebied nog onderontwikkeld. Toch biedt het een van de grootste kansen voor hoogwaardige, duurzame groei. Reizigers zoeken steeds vaker naar betekenisvolle, authentieke ervaringen, en bestemmingen zoals Dominica laten zien wat mogelijk is. De Waitukubuli National Trail is een stap in de richting van het positioneren van het Caribisch gebied als een serieuze bestemming voor natuurgericht toerisme, maar meer investeringen en coördinatie zijn essentieel.
Dit alles zal moeilijk te realiseren zijn zonder sterkere regionale samenwerking. Concurrentie om investeringen in isolement leidt vaak tot lagere standaarden en gemiste kansen. Door samen te werkenâop het gebied van belastingbeleid, investeringsstimulansen, milieubescherming en bestemmingsmarketingâkunnen Caribische landen hun onderhandelingspositie versterken en een veerkrachtiger, inclusiever en duurzamer toerismemodel opbouwen.
De ingrediënten zijn er al: wereldklasse natuurlijke rijkdommen, levendige culturen en een groeiend aantal lokale innovaties. Wat nu nodig is, is de vastberadenheid om de moedige beleidskeuzes te maken die ervoor zorgen dat toerisme niet alleen voor bezoekers werkt, maar ook voor de mensen en plaatsen die het Caribisch gebied werkelijk uniek maken.
Bron: Wereldbank