Vertrouwen na de verkiezingen: waarom zouden burgers het nog geloven?

Na elke verkiezingswinst volgt traditioneel een periode van beloftes, toespraken en nieuwe visies. Maar in de praktijk ervaren veel burgers vooral teleurstelling. “We hebben fouten gemaakt in het verleden, maar dit keer doen we het anders,” zeggen politici na hun overwinning. Voor de doorsnee burger klinkt dat als een herhaling van een oud refrein.

Politiek expert drs. Marlon Dors wijst op een groeiend wantrouwen tussen burger en overheid. “Als een politicus zegt: ‘dit keer kan je ons vertrouwen’, zonder eerst duidelijk verantwoording af te leggen over het eerdere falen, dan is dat niet geloofwaardig. De samenleving eist transparantie, geen mooie woorden.”

Volgens Dors ligt het probleem diepgeworteld in de politieke cultuur. “Tijdens campagnes worden er grootse plannen gepresenteerd, vaak zonder realistische financiĂ«le of wettelijke basis. Na de verkiezingen schuiven ze verantwoordelijkheid van zich af: ‘de vorige regering heeft het verknoeid’, of ‘de schuldenlast is erger dan gedacht’. Maar dat is intussen geen verrassing meer. Burgers prikken daar doorheen.”

Een bijkomend probleem is het gebrek aan consequenties voor gebroken beloftes. “In andere landen zie je dat publieke druk of media optreedt als een correctiemechanisme. In Suriname is dat beperkt. Daardoor voelen politici zich nauwelijks verplicht om eerder beleid kritisch te evalueren.”

Waarom zouden burgers deze keer wĂ©l moeten vertrouwen? “Zonder bewijs van een nieuwe manier van politiek bedrijven – meer openheid, verantwoording, en daadwerkelijke burgerparticipatie – is er geen reden voor vertrouwen,” aldus Dors.

Vertrouwen verdien je niet met slogans, maar met daden. Tot die er zijn, blijven burgers terecht sceptisch. En zolang dat vertrouwen niet wordt hersteld, zal elke verkiezingsuitslag vooral klinken als een herhaling van een gebroken belofte.

error: Kopiëren mag niet!