De Surinaamse politiek verliest steeds meer aan geloofwaardigheid, zo stelt socioloog drs. Ravi in een recente analyse. Volgens hem zijn er duidelijke signalen dat een groot aantal politici zich schuldig maakt aan hypocrisie, wat leidt tot toenemende desillusie onder het electoraat.
Ravi baseert zijn visie op een eeuwenoude definitie van hypocrisie die teruggaat naar klassieke filosofie: wie liegt bij het spreken, oneerlijk is bij toevertrouwde zaken en beloften breekt, valt onder deze categorie. “Helaas zien we deze patronen terugkeren in verschillende lagen van onze politiek”, aldus de socioloog.
Het eerste teken – liegen – zie je volgens Ravi terug in de retoriek van campagnes, waarin vaak mooie woorden worden gecombineerd met weinig daden. Het tweede punt, onbetrouwbaarheid bij toevertrouwde functies, komt naar voren in de talloze corruptiezaken die jarenlang de instellingen ondermijnen.
Tot slot wijst hij op het gebrek aan betrouwbaarheid als derde symptoom: “Politici doen grote beloften tijdens verkiezingscampagnes, maar houden nauwelijks rekening met de verwachtingen van burgers.”
Ravi benadrukt dat dit gedrag niet alleen individueel tekortschietend gedrag is, maar ook structurele veranderingen vereist. “We hebben dringend behoefte aan meer transparantie, burgerparticipatie en ethische leiderschapscultuur.”
Zonder dit te realiseren, vreest hij dat Suriname blijft steken in een cyclus van wantrouwen en politieke stagnatie.
De waarschuwing van de socioloog is duidelijk: als de politiek haar morele kompas niet hervindt, dan dreigt de samenleving zich geheel terug te trekken uit het democratische proces.