In het uiterste noorden van Brazilië, waar de Amazone in zee uitmondt, heeft een milieuprobleem een nationaal politiek debat aangewakkerd. Daar onderzoekt de Braziliaanse regering de mogelijkheid van offshore-oliereserves die zich uitstrekken van de oostelijke staat Rio Grande do Norte tot aan Amapá, vlakbij de grens met Frans-Guyana.
Dat gebied staat bekend als de Equatoriale Marge en beslaat honderden kilometers kustwater.
Maar critici beweren dat het ook de tegenstrijdige doelen van de regering onder de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva vertegenwoordigt.
Tijdens zijn derde ambtstermijn als president heeft Lula Brazilië neergezet als een kampioen in de strijd tegen klimaatverandering. Maar hij heeft ook zijn steun uitgesproken voor de ontwikkeling van fossiele brandstoffen in regio’s zoals de Equatoriale Marge, als middel om het klimaatbeleid te bekostigen.
“We willen de olie omdat die nog lang beschikbaar zal zijn. We moeten het gebruiken om onze energietransitie te financieren, waarvoor veel geld nodig is”, zei Lula in februari. Maar aan het begin van zijn ambtstermijn in 2023 nam hij een ander standpunt in. “Ons doel is nul ontbossing in het Amazonegebied, nul broeikasgasemissies”, zei hij tegen het Braziliaanse Congres.
Nu het Zuid-Amerikaanse land zich voorbereidt om later dit jaar de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP30) te organiseren, zijn die tegenstrijdigheden nog scherper onder de loep genomen.