Nu de verkiezingsuitslag van 25 mei op het punt staat te worden vastgesteld door het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), blikt een Surinaamse bestuursdeskundige vooruit op het daaropvolgende constitutionele proces en de mogelijke institutionele verschuivingen binnen de politieke top van het land.
Zodra het OKB de uitslag officieel maakt, zal het Centraal Hoofdstembureau (CHS) de gekozen volksvertegenwoordigers oproepen om te bewilligen.
Deze stap is cruciaal in het democratisch proces en houdt in dat de verkozen kandidaten formeel bevestigen hun zetel in De Nationale Assemblée (DNA) te aanvaarden. De bewilliging is een schriftelijke en/of mondelinge verklaring waarbij de gekozenen instemmen met hun benoeming als parlementslid.
Pas na deze formele instemming kunnen zij beëdigd worden als lid van het parlement.
Een bijzondere situatie doet zich voor met vicepresident Ronnie Brunswijk, die ook is gekozen tot lid van de DNA. Volgens de deskundige betekent zijn bewilliging niet automatisch dat hij afstand doet van zijn functie als vicepresident. “De functie van vicepresident blijft hij uitoefenen totdat hij daadwerkelijk beëdigd is als DNA-lid”, aldus de bestuurskundige.
“Pas op het moment van beëdiging als parlementariër, eindigt zijn rol als vicepresident. Tot dat punt blijft hij formeel en feitelijk de tweede man van het land.”
Indien Brunswijk besluit zijn DNA-zetel daadwerkelijk te aanvaarden via beëdiging, ontstaat er tijdelijk een vacuüm aan de top van de uitvoerende macht. De wet voorziet echter in deze situatie: een minister uit het zittende kabinet kan worden aangewezen om tijdelijk de functie van vicepresident waar te nemen totdat er formeel een opvolger wordt benoemd.
Deze ontwikkeling heeft geen directe gevolgen voor de zetelverdeling in het parlement. De ABOP behoudt haar zes DNA-zetels, waardoor de coalitie van zes partijen haar ‘magische meerderheid’ van 34 zetels behoudt. Daarmee blijft de politieke stabiliteit vooralsnog intact.
De bestuurskundige wijst erop dat Brunswijk, zelfs indien hij besluit over te stappen naar het parlement, zijn termijn als vicepresident praktisch volledig heeft uitgediend. “Indien hij overgaat tot beëdiging als DNA-lid, heeft hij voor 99.9% zijn termijn als vicepresident volbracht. Politiek gezien is dat een strategische afronding van zijn rol binnen de regering.”
Deze ontwikkelingen illustreren hoe de Surinaamse grondwettelijke procedures en politieke realiteiten samenkomen in een spannend democratisch spel, waarbij de formele stappen en tijdslijnen bepalend zijn voor het machtsverloop aan de top.