Suriname heeft geschiedenis geschreven met de verkiezing van mogelijk Jennifer Geerlings-Simons als eerste vrouwelijke president. Haar overwinning in de chaotische, multi-etnische democratie van het land komt op een cruciaal moment, waarbij een aanstaande oliewindval zowel kansen als uitdagingen biedt voor de economie.
Politieke consensus en corruptie
Suriname’s politieke systeem is ontworpen om consensus te bevorderen tussen diverse etnische groepen, waaronder hindoestanen, creolen, Javanen en marrons. Presidentsverkiezingen vereisen een tweederdemeerderheid in het parlement, wat vaak leidt tot ingewikkelde coalitieonderhandelingen. Geerlings-Simons slaagde hierin door samen te werken met kleinere partijen, waardoor ze tot nog toe de benodigde 34 zetels behaalde.
Maar dit systeem heeft ook corruptie en opportunisme in de hand gewerkt. Voormalige leiders zoals Dési Bouterse (veroordeeld voor misdaden) en Ronnie Brunswijk (gezocht voor drugshandel) illustreren de diepgewortelde problemen.
Brunswijk kreeg zelfs de vicepresidentschap als beloning voor zijn politieke steun, terwijl hij betrokken was bij illegale activiteiten in de goud- en houtindustrie.
Economische kansen en risico’s
De economie van Suriname staat op het punt te transformeren dankzij een grote offshore olievondst door TotalEnergies, met een investering van $10,5 miljard. Productie start in 2028, en de vorige president, Chandrikapersad Santokhi, beloofde elke burger $750 uit de opbrengst – een populistische zet die niet genoeg was om herverkiezing te garanderen.
Toch waarschuwen experts zoals IMF-onderhandelaar Karel Eckhorst dat olie alleen geen oplossing is. “Goed bestuur is cruciaal,” benadrukt hij. Suriname kampt al jaren met illegale mijnbouw, wanbeheer van natuurlijke hulpbronnen en schandalen, zoals de poging van Santokhi om lucratieve mijnconcessies aan Chinese bedrijven te verlenen.
Toekomst onder Geerlings-Simons
Geerlings-Simons, voormalig parlementsvoorzitter, heeft een relatief schoon imago, maar zal haar leiderschap moeten bewijzen. Haar belangrijkste taak is het versterken van instellingen om corruptie tegen te gaan en de olierijkdom verantwoord te beheren. Als dit lukt, kan Suriname eindelijk stabiliteit en economische groei bereiken. Zo niet, dan dreigt het land verder weg te zakken in mismanagement en ongelijkheid.
Bron: The Economist, 5 juni 2025