Duizenden jaren weten mensen hoe ze voedsel moeten verbouwen, kleding moeten naaien, ziekten moeten behandelen met voedsel en kruiden, schuilplaatsen moeten bouwen en overleven. het duurde slechts twee generaties om die vaardigheden bij de mensheid uit te wissen en ons volledig afhankelijk te maken van en overgeleverd te zijn aan het systeem.
Als landbouwer zie ik het elke dag gebeuren. De mensen weten niet meer waar hun eten vandaan komt, laat staan hoe het geproduceerd wordt. Kinderen denken dat melk uit een fabriek komt, en groenten groeien blijkbaar ‘ergens’ onder plastic.
De band met de aarde is doorgesneden. We zijn consumenten geworden in plaats van verzorgers. Terwijl wij op het land vechten tegen droogte, wetgeving en lage prijzen, bepalen multinationals en overheden hoe en wat we mogen verbouwen.
De kennis van generaties – hoe je de bodem gezond houdt, hoe je met het ritme van de seizoenen leeft – is aan het verdwijnen. En daarmee ook onze onafhankelijkheid. Want als we straks geen boeren meer hebben, wie zorgt er dan voor ons eten?
Het is ironisch: met al onze technologie zijn we kwetsbaarder dan ooit. Een lege supermarkt en we zijn verloren. We hebben geleerd te overleven met onze handen, onze harten en ons hoofd. Nu vertrouwen we op apps, supermarkten en regels.
Misschien is het tijd dat we weer luisteren naar de aarde. Naar de boeren. Naar het gezonde verstand. Want echte onafhankelijkheid begint met weten hoe je voor jezelf zorgt. En dat leer je niet uit een boek, maar op het veld.