In een interview met Radio ABC Actueel ging advocaat Gerard Spong in op de vraag of NDP-voorzitter Jenny Simons, die waarschijnlijk de nieuwe president van Suriname wordt, wel voldoet aan de grondwettelijke eisen voor het presidentschap. Volgens Spong is een belangrijke voorwaarde dat een kandidaat geen handelingen mag hebben verricht die strijdig zijn met de Grondwet – en dat zou voor Simons een probleem kunnen vormen.
Grondwettelijke voorwaarden voor het presidentschap
Spong benadrukte dat een presidentskandidaat onder meer de Surinaamse nationaliteit moet hebben en een bepaalde leeftijd moet bereiken. Maar een cruciaal punt is dat de kandidaat niet mag hebben gehandeld in strijd met de Grondwet. En hier wringt de schoen: als voormalig voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA) speelde Simons een rol bij de omstreden wijziging van de Amnestiewet, die later door het Constitutioneel Hof ongrondwettelijk werd verklaard.
Probleem: medewerking aan ongrondwettelijke wet
“Die wet was bedoeld om straffeloosheid te garanderen voor onder meer Bouterse en zijn medestanders in de Decembermoorden-zaak”, legde Spong uit. “Achteraf is vastgesteld dat deze wet in strijd was met de Grondwet, en Simons heeft daaraan meegewerkt.”
Hoewel de wet op het moment van indienen nog niet ongeldig was verklaard, maakt het Constitutioneel Hof nu duidelijk dat het om een ongrondwettelijke wet ging.
Opvallend is dat Simons in een interview aangaf dat ze, mocht de situatie zich opnieuw voordoen, opnieuw voor de Amnestiewet zou stemmen. “Dat is een zeer dubieuze uitspraak”, aldus Spong. “Het suggereert een gebrek aan respect voor de rechtsstaat.”
Zorgwekkende uitspraken over de rechterlijke macht
Ook uitte Simons kritiek op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en pleitte ze voor meer controle hierop. Spong noemde dit “zorgwekkend”: “Suriname heeft een goed functionerende rechtsstaat met een onafhankelijke rechter. Het is onverstandig om die onafhankelijkheid ter discussie te stellen.”
Risico’s voor de democratie?
Of Simons een gevaar vormt voor de democratische rechtsstaat, durfde Spong niet met zekerheid te zeggen. “Haar opvattingen over de rechtspraak zijn verontrustend, maar hoe ze als president zal handelen, valt nog te bezien.” Wel wees hij op de uitgebreide gratiemogelijkheden van de Surinaamse president – iets waarvan Simons mogelijk gebruik zou kunnen maken ten gunste van veroordeelde Decembermoorden-samenwerkers.
Conclusie
Jenny Simons lijkt de nieuwe president van Suriname te worden, maar haar betrokkenheid bij de omstreden Amnestiewet en haar opvattingen over de rechtspraak roepen vragen op over haar geschiktheid. Of ze daadwerkelijk wordt gekozen, en hoe ze zal regeren, moet nog blijken.

