“Decentralisatie, belastinghervorming en olie-inkomsten centraal in verkiezingsplannen”
Inleiding
Tijdens het door de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) georganiseerde debat kwamen zeven politieke partijen aan het woord over hun plannen voor financieel-economisch beleid, goed bestuur en sociaal beleid. Het debat, verdeeld over twee avonden, bood een podium voor partijen om concrete maatregelen te presenteren in aanloop naar de verkiezingen van 25 mei. Opvallende thema’s waren decentralisatie, belastinghervormingen en de rol van toekomstige olie-inkomsten.
Financieel-economisch beleid: Radicale hervormingen nodig
Ronny Asabina (BEP) opende met een pleidooi voor “radicale hervormingen”, waaronder fiscale decentralisatie:
“Suriname moet af van centrale machtspolitiek. Districten moeten eigen belastingen innen en besteden. Nu verdwijnt 50% van onze economie in het informele circuit—dat kan anders.”
Glenn Lont (A20) benadrukte het terugdringen van overheidsuitgaven, met name bij de kabinetten van de president en vicepresident:
“Onze begroting lijdt onder onhoudbare uitgaven. Waarom kost een kabinet jaarlijks 1 miljard SRD? Dat geld moet naar onderwijs en infrastructuur.”
Silvano Tjong-Ahin (NPS) wees op de “schaduwzijde van IMF-steun”:
“Het IMF dwingt ons tot bezuinigingen, maar vergeet één ding: Suriname heeft geen 20 dokters in de Belastingdienst, maar 2. Zonder sterke instituten blijven hervormingen dweilen met de kraan open.”
Goed bestuur: Minder ministeries, meer transparantie
Henk Ramnandanlal (OPTSU) pleitte voor een afslanking van de overheid:
“We gaan van 17 naar 12 ministeries. Waarom hebben we aparte ministeries voor Ruimtelijke Ordening Ă©n Grondbeleid? Dit is verspilling.”
Dharm Mungra (DNL) haakte in op corruptiebestrijding:
“Een ambtenarenapparaat waar 80% van het kader ontbreekt, is geen overheid—het is een banenplan. Sanering is nodig, maar wel mĂ©t alternatieve werkgelegenheid.”
Harish Monorath (ABOP) verdedigde digitalisering als oplossing:
“Digitaal overheidsbeleid vermindert corruptie. Geen uittreksel meer nodig? Dan verdwijnt de smeergeldcultuur.”
Sociaal beleid: Van subsidies naar zelfredzaamheid
Het derde thema leidde tot fel debat over armoedebestrijding. Asabina (BEP) stelde voor om conditional cash transfers in te voeren, zoals in Brazilië:
“Geef geld aan ouders, maar alleen als hun kinderen naar school en de dokter gaan. Zo doorbreken we de armoedecyclus.”
Lont (A20) waarschuwde voor afhankelijkheid:
“De overheid moet mensen tijdelijk helpen, niet levenslang. Nu subsidieert ze Prado’s voor politici en soepblikken voor burgers—dat is scheef.”
Henk Ramnandanlal (OPTSU) kondigde een “agrarisch beleggingsfonds” aan om werkgelegenheid te stimuleren:
“Surinamers hebben 2,5 miljard USD op bankrekeningen staan. Laat dat geld investeren in toerisme en landbouw, in plaats van het onder matrassen te verstoppen.”
Opvallende controverses
IMF-steun: ABOP en NPS willen “technische samenwerking” met het IMF, maar OPTSU en BEP noemden het “een keurslijf”.
Dollarisatie: Alleen A20 overwoog een gedeeltelijke dollarisatie; andere partijen vreesden verlies van monetaire soevereiniteit.
Olie-inkomsten: Alle partijen beloofden een “Spaarfonds”, maar niemand kon uitleggen hoe ze inflatie door oliegeld willen voorkomen.
Slotwoord
VES-voorzitter Steven Debipersad sloot af met een oproep:
“Kiezers, let niet op mooie beloften, maar op haalbare plannen. Suriname kan niet nog vijf jaar wachten op hervormingen.”
