Suriname is dit jaar vier plaatsen gedaald op de Wereld Persvrijheid Index van Verslaggevers Zonder Grenzen (RSF, Reporters Sans Frontières). Na vorig jaar op een historische 28e plaats te hebben gestaan, bezet het land nu de 32e positie van 180 landen wereldwijd. Desondanks blijft Suriname een van de beter scorende landen in Zuid-Amerika
Politieke druk en juridische zorgen
De daling op de ranglijst wordt mede toegeschreven aan een verslechtering van de politieke indicator, een van de vijf criteria die RSF hanteert. Wereldwijd is deze indicator met gemiddeld 7,6 punten gedaald, wat wijst op toenemende politieke druk op journalisten. In Suriname spelen recente gebeurtenissen een rol, zoals de juridische stappen van president Chan Santokhi tegen media die berichten over het boek Corruptie op het hoogste niveau. Deze acties hebben geleid tot zorgen over zelfcensuur en de onafhankelijkheid van de pers.
Medialandschap blijft divers
Ondanks de daling blijft Suriname goed scoren op andere indicatoren. Het land kent een gevarieerd medialandschap met meerdere private kranten en zeldzame aanvallen op journalisten. De Grondwet garandeert persvrijheid, hoewel een strenge lasterwet straffen tot zeven jaar gevangenisstraf mogelijk maakt voor “openbare uiting van haat” jegens de regering.
Binnen Zuid-Amerika blijft Suriname een van de hoogst genoteerde landen op de index. In de Caribische regio doen alleen Jamaica en Trinidad en Tobago het beter, met respectievelijk de 24e en 25e plaats. Costa Rica staat op de 26e plaats.
Oproep tot waakzaamheid
De recente daling benadrukt het belang van voortdurende waakzaamheid en inzet voor persvrijheid in Suriname. Hoewel het land positieve aspecten kent, zoals een divers medialandschap en weinig fysieke aanvallen op journalisten, blijven politieke druk en juridische beperkingen aandachtspunten. Het is essentieel dat zowel de overheid als de samenleving blijven werken aan het waarborgen en versterken van een vrije en onafhankelijke pers.

