Minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), Albert Ramdin, heeft laten weten dat er afspraken zijn gemaakt over het door Guyana bezette gebied Tigri. Deze afspraken dateren uit de regeringsperiode van Bouterse, waarbij een oplossing via de gezamenlijke grenscommissie werd gezocht.
Echter, volgens politicoloog Ricardo wordt een cruciaal punt gemist: Guyana maakt geen pas op de plaats en houdt een provocerende houding aan.
Suriname, voor wie de bezetting niet in haar voordeel is, zou minimaal kunnen eisen dat beide landen het gebied tot nader order als betwist beschouwen. Dit gebeurt echter niet. Guyana heeft een sterkere internationale lobby, waardoor veel wereldkaarten het gebied als Guyaans tonen. Bovendien heeft Guyana geen haast met overleg, omdat een langdurige bezetting in hun voordeel werkt.
Zolang Suriname geen beheersdaden uitvoert, blijft het gebied de facto van Guyana.
Ramdin stelt verder dat het Tigri-conflict geen CARICOM-aangelegenheid is vanwege de bestaande bilaterale afspraken tussen Guyana en Suriname. Dit is volgens Ricardo onzin. CARICOM kan altijd als intermediair optreden en zou duidelijk moeten maken welke kaart zij erkent.
Beide landen hebben hun kaarten bij CARICOM gedeponeerd, wat het conflict per definitie tot een CARICOM-aangelegenheid maakt.
Ricardo benadrukt dat Ramdin nu moet oproepen tot het uitvoeren van beheersdaden in het betwiste gebied. Zolang Suriname dit niet doet, blijft het gebied in handen van Guyana. De tijd dringt, en zonder actie verliest Suriname steeds meer grip op haar eigen territorium.