Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2024, gaf president Santokhi het belang aan van de huidige overeenkomsten die Suriname heeft met oliemaatschappijen te bespreken.
Als iemand die geen expert is op het gebied van olie-exploratie en -productie, maar wel gesprekken heeft gevoerd met deskundigen binnen de sector, wil Clifton graag enkele overwegingen delen.
Het is cruciaal om te erkennen dat olie- en gasblokken niet kunnen worden behandeld als standaardproducten met uniforme contractvoorwaarden. De geologische verschillen en de fase van verkenning hebben aanzienlijke invloed op de voorwaarden van elk contract. Dit betekent dat Suriname unieke voorwaarden moet hanteren die passen bij haar specifieke situatie.
Bij het vergelijken van de contractuele voorwaarden met die van andere olieproducerende landen, rijst de vraag of we inderdaad een goede overeenkomst hebben gesloten. Guyana, een naburige olieproducent, hanteert bijvoorbeeld lagere royaltytarieven dan die van Suriname. Zou dat betekenen dat onze overeenkomsten gunstiger zijn? Specialisten in de sector wijzen ons erop dat marktomstandigheden veranderlijk zijn; periodes van hoge olieprijzen bieden betere kansen om gunstige voorwaarden te onderhandelen. Het is dus van belang dat contracten flexibel en aanpasbaar blijven aan de huidige marktsituaties.
Er zijn echter zorgen over de transparantie van de contracten. Terwijl sommige experts beweren dat het publiceren van onze contracten strategisch onverstandig zou zijn, pleiten anderen voor meer openheid om vertrouwen op te bouwen bij investeerders en het publiek.
De audits uitgevoerd door derden en de bereidheid van Staatsolie om externe controles toe te staan, zijn stappen in de goede richting. Deze maatregelen suggereren dat contracten van Suriname tot de beste behoren in vergelijkbare gebieden, maar het blijft noodzakelijk om voortdurend te evalueren of deze overeenkomsten daadwerkelijk in het belang van Suriname zijn.
Tot slot moet men zich bewust zijn van de positie van het land op de wereldmarkt. Europese landen zijn al ver in hun ontwikkeling van oliebronnen, terwijl wij pas aan het begin staan. Het ‘climate change window,’ dat zich langzaam sluit, voegt een extra laag toe aan Suriname’s beslissing om in olie te investeren. We moeten zorgvuldig navigeren om zowel economische als milieuvoordelen te behalen.
Samenvattend roep ik op tot een goede balans tussen vertrouwelijkheid en transparantie, evenals voortdurende evaluatie van onze contractuele voorwaarden om ervoor te zorgen dat ze werkelijk in het beste belang van Suriname zijn.

